Rusland, Skandinavie deel 10

19 juli 2015 - Ringe, Duitsland

Van de poolcirkel naar  Neugnadenfeld.


Daar hebben we toch prima geslapen precies op de poolcirkel, het hoofd koel en de benen lekker warm.
Het was er inderdaad druk maar op  de een of andere manier heel gezellig. Je komt hier in Europa makkelijk met de mensen aan de praat als je de zelfde hobby hebt. En als je onderweg bent met een hoofdrichting, nu overwegend Zuid, dan tref je ook steeds weer dezelfde mensen. En of je maakt een praatje  of je doet net of je ze nog nooit gezien hebt en dat ook zo wilt laten.
Zo hebben we nu al verschillend keren twee echtparen met oude MAN voertuigen gezien. En toen we aan de praat kwamen bleken we dezelfde kennissen in Zuid Amerika te hebben en ongeveer dezelfde route te hebben gereden, dus gespreksstof zat.
Zij waren twee  maal in Zuid Amerika geweest. De meeste mensen willen na een maand of acht terug, ze zijn naar huis gevlogen en na drie maanden weer terug. Terwijl de camper goed onder gebracht was bij Heinz en Silvia. Daarna hebben ze nog zeven maanden in Zuid Amerika rond getrokken.
Vandaag zagen we ze weer bij de Nordland Bogen. Een boog over de weg die aangeeft dat hier Noord Noorwegen begint, dwz voor ons eindigt.
Kennelijk moet iedereen, wij ook, hier een foto maken en het op  het parkeerterrein is het dan ook een komen en gaan van campers en caravans.
Het is nu begin Juli en kennelijk zijn de zomervakanties hier net begonnen, want het is een grote stroom van vakantiegangers richting Noorden. En natuurlijk een stroom van pensionado's die hier voor vluchten en ijlings het hazepad naar het zuiden kiezen. Dus in beide richtingen erg druk.
We staan nu iets voorbij Strones in een ongebruikte , hoop ik , steengroeve en hebben de,plannen voor de komende dagen nog eens herzien.
Nadat we op de poolcirkel besloten hadden nog naar het zuiden te rijden en niet direct naar Zweden te gaan omdat er daar zo aan de weg wordt gewerkt dat een oponthoud van vier uur of meer heel normaal is, gaan we morgen toch links af.
We hopen  dan een beetje uit de campers vandaan te raken. Er is een kleinere weg van hier uit direct naar Ostersund in Zweden die ons heel  mooi lijkt. De vraag is alleen of deze weg verhard is maar dat zullen we morgen wel merken.
Tenminste als we hier nog wegkomen, want het begint in stromen te regenen. Maar ook dat zullen we morgen wel merken. Hopelijk slapen we daardoor niet minder.
Inderdaad heeft het de hele nacht geregend, maar we hebben er toch niet  minder om geslapen. Het weg rijden was ook geen probleem de ondergrond bleek harder dan hij eruit zag.
Voor ons doen waren we vroeg op pad. Voor negen uur reden we al. En wat bleek op de E6 waren nog geen campers te bekennen, kennelijk zijn de meeste camperaars  net zulke uitslapers als wij en komen ze niet vroeg op gang.
Zo  konden we in het begin goed opschieten en waren we al voor tien uur bij de Fiskum Foss " Laksakvarium" met het zalm museum. Hier wordt aanschouwelijk gemaakt hoe een krachtcentrale en een zalmtrap samen kunnen gaan. De centrale dateert al van 1907 en er werd toen al rekening mee gehouden dat de zalmen die in de rivier de " Namsen "geboren zijn en later naar zee zwemmen, voor het kuit schieten weer terug moeten naar  hun geboorte plaats. Als je de waterval ziet, dan geloof je niet dat zoiets  mogelijk is geweest. En nadat de centrale gebouwd werd was het inderdaad niet meer mogelijk. Zodoende werd er een kunstmatige waterval  in meerdere treden gemaakt met een totale lengte van 294 meter en 77 treden, die de zalmen kunnen overwinnen op hun dwangmatige tocht. Er wordt hier heel veel zalm gevangen die ter plaatse wordt verwerkt. Er  is ook een groot restaurant bij dat in het zalmseizoen van tien uur tot s'avonds 23 uur zalmgerechten serveert. Ik heb gehoord maar weet het niet zeker, dat er onbeperkt zalm eten is.
Toen we alles bekeken hadden en we weer verder gingen, bleek de camperstroom ook weer op gang gekomen te zijn. Dit hebben we nog een kilometer of twintig aan gezien en besloten toen toch  links af te buigen richting Zweden. Dit was een goede keuze, de weg was prima ondanks aanduiding op de kaart. Op de N74 bleken nauwelijks campers onderweg te zijn. Nee, er waren bijna helemaal helemaal geen auto's en het is een prachtige route. 
We zijn onderweg een paar maal gestopt, er zijn overal informatieborden en het is eigenlijk een groot natuurgebied waar je door rijdt. Nordli heeft nog  de enige dieselpomp op de hele route, de anderen  die op de kaart staan bleken gesloten te zijn. Het sterven van de tankstations is hier niet veel anders dan bij ons ook. Het is dus wel zaak op tijd te tanken.
Voor de grens hadden we extra de papieren, vooral voor de hond, klaar gelegd. Maar van een grensovergang was niets te bekennen. De eerste kilometers merk je alleen dat je  in Zweden bent aan het feit dat de wegen aanmerkelijk breder zijn dan in Noorwegen.
We probeerden algauw een  plaatsje te vinden om te  overnachten maar dat viel niet mee. Overal staan huizen. Maar parkeerplaatsen, ho maar.
Het eind van het liedje was dat we op de camperplaats in Ostersund terecht kwamen waar we goed aan het meer hebben gestaan. We zijn nog even door het stadje gelopen, heel modern en Zweeds maar omdat het al na sluitingstijd was, waren we al snel weer bij de camper. Het is winderig en koud dus lokt het niet om lang buiten te blijven.
Er zijn hier niet zoveel camperplaatsen dus was deze in Ostersund goed bezocht en als het droog en tien graden warmer zou zijn was het hier een prachtige plaats voor een langer verblijf.
Maar afwachten hoe het  morgen wordt.
Nee vandaag is het niet beter, weer wind en regen misschien nog een beetje meer dan gister. Gisteravond heb ik nog lelijk mijn teen gestoten, en ben nu nog immobiel, wandelen is er niet bij en de hele dag in de camper zitten is ook geen optie. Daarbij bleek er naast de camperplaats een  helikopter landingsterrein te zijn. En kennelijk vinden de piloten het leuk om s' nachts laag over  het camperterrein te vliegen en dan  maakt zo' n ding een herrie, onbeschrijfelijk.   Dus gestart en het volgende doel op de korrel genomen.
Waar het is weten we nooit van te voren, maar de richting blijft zuid en de weg is de E45, zo kwamen we in Ytterhogdal, ik zag vanaf de grote weg een mooi klein kerkje met een parkeerterrein, dus daar heen gereden en de camper geparkeerd. Dat alles in de stromende regen.
Ook de volgende wandeling leek meer op een koude douche. Maar het dorpje was mooi, echt Zweeds, rode huisjes aan een meer in een groene oase en dat alles gegarneerd met een dikke regen saus.
Toe we door het dorp liepen zagen we dat er ook nog een reguliere camperplaats was, maar die was direct aan de hoofdweg en met  26 meter lange vrachtauto's met het bij behorende lawaai hoeft dat ook niet, we zijn dus bij de kerk gebleven.
De volgende morgen regende het nog steeds, het wordt langzaam vervelend, maar het weer  hier in Zweden is tot nu toe niet om over naar huis te schrijven, in het verslag is al erg genoeg.
Na Ytterhogdal wist de TomTom het beter dan de kaart en we bogen van de E45 af. Eindelijk  geen grote, weg meer. De secundaire wegen hier blijken niet minder te zijn dan de hoofdwegen alleen veel minder druk. Zo kwamen we in Mora aan na een prachtige rit. Vanuit hier zijn we naar Nusnäs gereden waar de fabriek van de wereld bekende Dale paarden is. Hier kun je de productie bekijken en natuurlijk is er ook een fabrieksverkoop. Ook is er de mogelijkheid om er te overnachten. We hebben alles gedaan, productie bekeken, paardjes gekocht en er overnacht. Het was een drukte van jewelste, er kwamen veel bussen met toeristen, camperaars en anderen, iedereen kon vrij rondlopen en alles bekijken. Het is een heel eenvoudig product en komt voort uit het houtsnijwerk dat de mensen hier in de lange winteravonden deden. Hout is hier tenslotte meer dan genoeg aanwezig. Het werd pas een product toen Granas Anders Olesen in 1929 een van hand aangedreven bandzaagmachine kocht. En toen de architect van het Zweedse paviljoen voor de wereldtentoonstelling in 1939 in New York een levensgroot paard bestelde werd het Dalepaard  wereld beroemd. In het jaar 1939 werden er al 20.000 van verkocht in de verschillende grootten. Een voor toenmalige begrippen een enorme hoeveelheid.
Veel veranderd is er in de productie sindsdien niet, er worden nog steeds bandzaagmachines gebruikt en de paardjes worden per hand gedompeld en later beschilderd.
Er zijn ongeveer 50 houtsnijders die in thuiswerk de uitgezaagde paardjes het uiteindelijke model geven. Daarna worden ze geschuurd en gedompeld en het fijne beschilderen geschiedt weer in thuiswerk. Een goede schilderes kan ongeveer honderd paardjes van verschillende maten per dag  beschilderen.
Het bedrijf wordt in de derde generatie geleid door Ole Olesen en de paardjes worden onder de merknaam "Granas" verkocht. 
We hebben een paar uitgezaagde modellen gekocht en ook een houtsnijmes, eens zien wat ik er van terecht breng.
We hebben op de parkeerplaats goed geslapen en gezien dat de volgende morgen voor negen uur alweer de eerste toeristen kwamen. Het moet een gouden greep zijn, alleen is het seizoen hier wel erg kort, vijftien augustus is het alweer einde seizoen en geopend wordt pas midden juni.
Vanaf Nusnäs gingen we via Mora, dat we niet bekeken hebben, naar het zuiden. Onze hoofdrichting op weg naar de verjaardag van schoonmama. Over voornamelijk secundaire wegen zijn we naar Filipstad gereden. Hier is de fabriek van Wasa Knäckebröd. Er worden volgens de gids bezichtigingen aan geboden en als Knäckebröd fan wilde Yvonnemarijke wel eens zien hoe van triplex brood gemaakt wordt. We weten het niet, de bezichtiging bestond uit een tv filmpje en het  zgn museum bestond uit een fotowand van tien meter en een oude kneedmachine, al met al was dat geen reden om naar Filipstad te gaan. Maar we wisten het niet en moesten er toch langs. Natuurlijk hebben we wel een lading knäckebröd gekocht en en passant ook een hoeveelheid spaghetti en andere pasta's, want het bleek dat de trotse firma Wasa allang in het Italiaanse Barilla concern is opgenomen. Weer een bekend merk dat verdwenen is.
Zo waren we snel weer uit Filipstad vertrokken, want verder is er niet veel te zien. Wel wordt er nog veel aandacht besteed aan de uitvinders John Ericsson en zijn broer Nils maar dat zijn niet zoals de aardige juffrouw van de VVV ons wilde laten geloven de uitvinders van de microchip. Daarvoor leefde hij een eeuw te vroeg. Namelijk van 1803 tot 1889 en in die tijd was de stoommachine net in opkomst gekomen.
Van Filipstad was het volgende doel het Picasso monument in Kristinehamn aan het Vänern meer het op drie na grootste  meer van Europa. Aan de beide grootste meren het Lagodameer en het Onegameer zijn we deze reis ook geweest.
Het Picassomonument is een vijftien meter hoog betonnen monument ontworpen  door Picasso en gemaakt door een Zweedse kunstenaar, het moet het hoofd van een indiaan voorstellen en  met een beetje fantasie doet het dat ook.
In ieder geval heeft het een hele mooie plaats aan het begin van het meer en moet vanaf het meer kilometers ver te zien zijn. Aangezien het dit jaar vijftig jaar geleden is dat het beeld opgericht werd zijn er iedere vrijdag avond festiviteiten. Deze vrijdag avond werd er een openlucht voorstelling van een sprookje van Rasmussen gespeeld. We hebben er een tijd naar zitten kijken maar een toneel stuk is toch veel makkelijker te volgen als je de taal verstaat. Ook voer er een replica van een Oost-Indië  vaarder voorbij die Kristinehamn bezocht heeft, op de terugweg werden er zelfs saluut schoten gelost. 
Niet ver van het monument was een parkeerterrein waar we prima konden overnachten, wat we dan ook gedaan hebben.
Het is hier voor watersporters een prachtige streek, een meer van meer dan 5500 vierkante kilometer met een diepte tot 100 meter en meer dan 22.000 eilanden en eilandjes. De kustlijn is 2000 kilometer lang en de inhoud is 153 kubieke kilometer en het ligt op 44 meter boven zeeniveau. Voor Nederlandse begrippen onvoorstelbaar groot, het is tenslotte allemaal zoetwater! Ook zijn er op het meer 16.000 huurboten en waarschijnlijk zijn er meer dan 10.000 wrakken. Of dat iets met de huurboten te maken heeft weet ik niet maar bij de wetenswaardigheden stond het precies onder elkaar geschreven.
Aan de oevers van het meer zijn uitgestrekte rietvelden mét sloten en kanalen, zo iets als de Wieden  en de Weerribben bij elkaar maar dan oneindig veel groter.
Vanuit Kristinehamn zijn we in Gullspäng terecht gekomen, ook aan hetzelfde meer. Hier is een goede camperplaats waar we een rustdag hebben gehouden om de camper op te ruimen en wat te fietsen. Zo kunnen we maandag we fris op pad om aan de laatste volle vakantieweek te beginnen. En dat hebben  ook gedaan, op tijd op pad en meteen in de eerste de beste plaats gestopt. Niet om te blijven staan, maar om het Gotakanaal te bekijken. Het kanaal dat het Kattegat met de Botnische golf verbindt. Het is een hoogtepunt in de Zweedse bouwgeschiedenis er waren 58000 mensen en 22 jaar voor nodig om deze waterweg aan te leggen. Het grootste probleem was dat er een hoogte verschil van 92 meter overwonnen moest worden. Hiervoor waren alleen tussen de Botnische Golf en het Vänermeer 58 sluizen nodig. Hiervan hebben we er een bekeken en wel die bij Sjötorp. In 1832 toen het kanaal geopend werd, waren het beslist grote sluizen nu is het nauwelijks toereikend voor de recreatie vaart waarvoor  het kanaal nu voornamelijk wordt gebruikt.
We bleven er niet lang kijken, het spektakel van boten en sluizen is in Nederland vaker te zien en met een beetje wind erbij ook veel spectaculairder.
Van Sjötorp zijn we  naar Hällekis Utzigtpunt gereden, een plateau, de Kinnekulle, hoog boven  het Vänermeer. Hier heb je een heel mooi uitzicht over de bocht van Lidkoping, natuurlijk ook over het hele meer maar dat is zo groot dat je denkt je staat ergens aan de oceaan.
Hier op de Kinnekule wordt al sinds de twaalfde eeuw kalksteen af gegraven, en hier is een van de grootste steengroeven in Zweden. Er wordt nu alleen nog gedemonstreerd hoe dit werk werd gedaan. Wij hebben dat niet gezien toen we een urenlange wandeling om de groeve gemaakt hebben, maar we waanden ons in de grand Canyon, misschien dan zonder het woordje grand maar het  is hier een indrukwekkend gebeuren geweest. Er lopen hier trouwens veel mensen rond die stenen en fossielen zoeken. Maar daar heb ik niets mee.
De volgende dag hebben we de wandeling gemaakt naar de uitzichttoren die we niet konden bezoeken om dat we geen kronen meer hadden en met een kaartje betalen zoals overal in Skandinavie was hier niet mogelijk. Het kon wel met een mobieltje, maar zo  modern zijn we nog niet.
Twee dagen op dezelfde plaats, dat is voor ons de limiet dus moesten we of we wilden of niet de volgende dag verder. Het is jammer om dat mooie plaatsje te verlaten, maar wortel schieten dat willen we hier niet. Op het schiereiland tegen over de Kinnkule hebben we een slot gezien, het Läcko Slott. Het werd in de dertiende eeuw door bisschop Brynolf Algotsson gebouwd en later door de verschillende graven "overgenomen". In 1681 werd het door Karel de Xl op geëist als kroondomein. In 2001 werd het uit geroepen tot het mooiste kasteel van Zweden. Maar na al de pracht en praal in St Petersburg hebben we besloten hier niet meer naar binnen te gaan om het contrast niet al te groot te laten worden. We hebben het van buiten bekeken en ook de tuinen, die heel bijzonder, geen siertuinen zijn. Maar allemaal mooi aangelegde moestuinen. Het slot staat op een schiereiland in het Varner meer en is aan driekanten omgeven door water. Voor de eerste bewoners was het zodoende goed te verdedigen en de latere bewoners konden van een prachtig uitzicht genieten.
Vanuit Läcko moesten weer dezelfde weg weer terug naar Lidkoping, hier vonden we een plaats op een parkeerterrein niet ver van de stad. Het  leek niet slecht, maar toen we na een bezoekje aan de stad hier weer terug kwamen bleken we achter een friettent te staan die friet met afgewerkte olie bakte. Dus geen blijvertje! Maar aan het einde van de stad vonden we een prachtig parkeerterreintje aan het Varnermeer. Hier in Zweden mag je in principe overal blijven staan waar je mag parkeren. En dat doen de Zweden dus ook en wij doen hen na. Van Lidkoping zijn we de volgende dag naar Varberg gereden over mooie brede wegen en door een landschap dat erg op  Nederland lijkt. In Boras viel  Yvonnemarijke nog het geluk ten deel dat er een enorme Outlet was, waar ze unbedingt moest geen shoppen. Deze Outlet eigenaren hadden het prima voor elkaar, een grote Outlet met super snel internet . Dus je zag ijverig shoppende vrouwen en koortsachtig internettende mannen. Zelfs skype de het prima en ik kon zodoende mijn saldo even miniseren door met de meisjes te telefoneren, een uur is dan niets.
Daarna verder naar Varberg, dat was geen gelukkige greep, op de parkeerterreinen die ik gevonden had aan de kust was het overal verboden te parkeren. Zodoende moesten we terug en daar dacht ik met jeugdige lichtzinnigheid, dan rijd ik even door de stad en vind daar wel iets. Pech gehad, de stad bleek overvol met mensen en auto's die naar de veerboten moesten, in de stad een dichte menigte en wij er tussen in. Dus dat was een foutje, zo kwamen we bij het Q8 station op de snelweg uit, dat kennelijk op campers gerekend had en een prima overnachtingsplaats bood.
Ja dachten we de volgende dag, nu zijn we toch echt op de terugweg, moeten we hier in Zweden nog een keer overnachten of rijden we door. We besloten tot het laatste. Misschien is het ook helemaal  niet handig om vanuit onderweg te telefoneren. Wie zal het zeggen. In ieder geval zijn we door gereden tot de Oresund brug. Hier was het ons niet duidelijk of we met onze Noorse Autopas door konden rijden of niet. Dus kozen we maar voor de manuele afhandeling. Dat koste een half uurtje, de anders zo beleefde Zweden en Denen reden gewoon het einde van de file voor bij en drongen zich er van de zijkant tussen. Dat hadden we niet verwacht. De brug bleek 104 Euro te kosten in plaats van 92 of dat iets met de waarde daling van de Euro te maken heeft? Verder naar de brug over de grote Belt, volgens de ANWB kaart die we hebben kost deze overgang 50 Euro maar ook dat klopte niet meer het was nu 99 Euro, dát kan natuurlijk niets met de Euro te maken hebben. 
Maar ja er is dan ook geen weg terug, maar de volgende keer zullen we toch overleggen met de veerboot te gaan.
Eenmaal over de brug zijn we even gestopt om met de voetjes door het water van de grote Belt te lopen. En ondertussen foto's van onze dure brug te maken. Het is in ieder geval een heel imposant bouwwerk, dat merk je al als je er over heen rijdt en naar beneden kijkt. Er varen alleen hele kleine scheepjes met heeeele kleine containertjes erop onder de brug door.
Bij Kolding namen we de autoweg richting Flensburg. Deze weg hebben we op de dag af tweeëndertig  jaar geleden ook gereden om onze gestolen vrachtauto uit Frederikshaven op te halen.
Met Joker, kindertjes, vrouw en hond op vrijdag en zaterdag heen en met de gestolen vrachtauto op zaterdag en zondag weer terug. De eerste keer dat ik in een vrachtauto reed, maar het is net als met het in het diepe springen  als je het kunt is het geen probleem.
In Flensburg reden we naar de officiële camperplaats, door het stadsbestuur met grote borden  aangegeven. Daar aangekomen vonden we een stoffige onverharde weg minstens drie kilometer van de stad waar je nauwelijks kon keren. Dit was geen camperplaats eerder een manier om te laten  merken dat je als stadsbestuur niet op campers gesteld bent. Ik geloof, en dat heb ik al eens geschreven, dat vele bestuurders de camperaars nog niet op waarde weten te schatten. De gemiddelde camper bemanning geeft per dag honderd euro uit en dat doen ze voornamelijk op de plaats waar ze goed kunnen overnachten. Maar natuurlijk niet als de camperplaats een uur lopen van alle winkels en restaurants verwijderd is. Maar misschien wordt het nog eens anders en gaat bij de diverse bestuurders een lampje branden.
Zodoende reden we weer de stad uit en vonden in Tarp een goede plaats bij de firma Trixie een groothandel voor honden artikelen. Hier hebben we zo goed en lang geslapen dat we bij iedere aanschaffing voor onze passagiere Hillary zullen overleggen of we het ook van het merk Trixie kunnen kopen.
Vandaag gaan we verder naar Hamburg en morgen weer naar Neugnadenfeld.
Na een paar uurtjes sturen waren we inderdaad bij Alexander en Susann, ons ging het hierbij veel beter dan de mensen die op weg waren naar Skandinavie want op de tegengestelde rijbaan was er stop en go verkeer van Hamburg tot bijna Flensburg. We keken er met verbazing na want we hebben van St Petersburg tot Kopenhagen geen file gezien.
Zondag zijn we na het ontbijt snel  vertrokken naar huis we waren zeer benieuwd naar de situatie daar en als je eenmaal op de thuis reis bent, dan wil je ook naar huis.
Zo is er een einde gekomen aan een hele mooie  reis door Rusland, de Baltische staten en Scandinavië we hebben in 93 dagen  11.000 kilometer gereden en op 59 verschillende plaatsen overnacht.
We kunnen nu met recht zeggen dat Noord Europa zeker niet onder doet voor Zuid Amerika, het grote verschil is dat de afstanden hier tussen de verschillende High Lights veel kleiner zijn dan in Zuid Amerika. En je moet je natuurlijk niet storen aan de onafzienbare rij campers die op de E6 op weg is naar de Noordkaap. Die door velen in drie weken uit en thuis bereikt moet worden. Gelukkig blijft er daarnaast nog heel veel te ontdekken en te zien  in het Noorden van Skandinavie en het is voor ons zeer niet de laatste keer dat we er zullen komen.
Rusland heeft een even diepe indruk gemaakt maar jammer genoeg is het niet zo eenvoudig om daar op eigen houtje nog eens heen te gaan.
Maar we zullen jullie op de hoogte houden als we een volgende grote reis gaan beginnen. Met verhalen van eenvoudige overwinteringen zullen we geen lezers gaan vervelen. Veel dank voor jullie aandacht  en tot de volgende reis.

Cees en Yvonnemarijke.

Foto’s

8 Reacties

  1. Inge:
    19 juli 2015
    Welkom thuis! Bedankt voor jullie uitgebreide verhalen, het was weer een genot om te lezen.
  2. Mariska:
    19 juli 2015
    Welkom thuis! Weer een mooi verhaal van een mooie reis. Tot volgend weekend!!
  3. Rien de Graaf:
    19 juli 2015
    Dat was een mooie reis die jullie gemaakt hebben. Dat van die zalmtrap in de Namsenrivier kon ik me nog herinneren van toen wij in Noorwegen zijn geweest. Maar toen wij er waren, jaren geleden, was het er nog niet zo druk als dat jullie beschrijven. Fijn dat het zo´n succes is geworden. Welkom thuis bij jullie kinderen. Groetjes, Rien.
  4. Jan Pleyte:
    20 juli 2015
    Beste Cees en Yvonne,

    Goed dat jullie weer heelhuids thuis gekomen zijn.
    Bij het lezen van al deze verhalen, moet ik zeggen dat deze reis boeiender over kwam dan jullie reis in Z-Amerika.
    Ik denk dat jullie hier veel meer beleefd en gezien hebben en van hebben kunnen genieten doordat je niet alles zelf hoefde op de zoeken voor wat betreft wegen en bezienswaardigheden.
    Vriendelijke groet en tot ziens, niet op 26 juli want dan zijn jullie alleen met de familie.
    Wij hebben afgesproken voor 29 juli, dus dat wordt ook wel weer gezellig.
    Jan & Diny
    Kortom mooie verhalen
  5. Henk en Hanneke:
    20 juli 2015
    We hebben genoten van de prachtige verhalen.
    Welkom in Neugnadenfeld waar wij nog tot morgen zijn.
  6. Geert:
    20 juli 2015
    Lekker om te lezen, zeker de moeite waard om nogmaals het hoge noorden te bezoeken.
  7. Horst u.Ingrid Seidel:
    21 juli 2015
    Willkommen zu hause!!!Melden uns noch per Telefon!
    Bei uns hat sich auch alles etwas verschoben.Fahren erst nächste Woche los.Horst fährt mit Timo am Mittwoch zum Weltenbummlertreffen nach Gaggenau.L:G.Horst u. Ingrid
  8. Korsius:
    21 juli 2015
    Heel mooi om van jullie wel en wee op de hoogte te blijven.
    Welkom thuis in dit "zonnige " land.
    Regen hebben jullie meer dan genoeg gehad.
    Tot ziens