Arg. Chili deel 15, v 17tm 26.02.2013

26 februari 2013 - Tomé, Chili

Argentine, Chili deel 15 van 17.02 t/m 26.02.2013

Dat zeg je dan zo even gauw, een paar foto's in het net zetten. Maar dat is niet zo eenvoudig, je moet eerst een cafe met internet vinden en je dan bij het enorme lawaai dat er hier in de cafe's heerst ook nog een beetje kunnen concentreren.
Maar het is gelukt, zoiets duurt natuurlijk altijd lang en je kunt niet de hele dag aan een tafeltje blijven zitten. Maar ik denk dat er foto's genoeg te zien zijn. Volgens Yvonnemarijke zijn het er al veel te veel.
Vandaag is het weer een dag met alleen maar regen en de toeristen lopen hier allemaal met de ziel onder de arm. Dan is een camper toch een rijk bezit, je bent gewoon thuis en een beetje regen maakt eigenlijk niets uit. 
Ik weet niet wat er aan de hand is maar er staan vandaag en gister hele lange rijen auto's bij de benzine pompen. Bij de ACA pomp hier in het dorp een rij van wel 300 meter lang. En iedereen staat geduldig te wachten. Voor ons eigenlijk onvoorstelbaar. Maar dat is hier in Zuid Amerika kennelijk heel normaal, wachten en nog eens wachten. Wij worden bij de grens na een kwartiertje al ongeduldig maar voor de andere mensen is het waarschijnlijk heel gewoon.
Er wordt op het ogenblik wel veel kritiek op Europa geuit, maar stel je eens voor dat je bij iedere keer dat je een grens in Europa overschrijdt minstens een uur kwijt zou zijn met het invullen van drie tot vijf formulieren. En bij het wisselen van geld, zie je je reiskas iedere keer met ongeveer vijf procent slinken. Onvoorstelbaar, maar hier is het werkelijkheid. Dus tel je zegeningen!
Op zondagmorgen werd het eindelijk weer droog. Dus water en  olie gecontroleerd en op naar de route van de " Siete Lago" volgens het boekje een prachtige route. Het eerste stuk was zelfs geasfalteerd,  maar  dat was alleen om de mensen  in slaap  te sussen, na twintig kilometer werd het ripio van de ergste soort. Het ging dus maar heel langzaam verder.
We waren nog niet lang op de ripio of er reed ons een blauwe sprinter achterop. En  jawel het waren Dominique en Kathrin onze medepassagiers op de Grande Buenos Aires. Dit is al de derde keer dat we hen onafgesproken treffen. Het moet Uli en Rieke bekend voorkomen.
We hebben eerst een parkeerplaats gezocht om gezamenlijk te lunchen en bij te praten. Dat gaat bij Fransen het beste tijdens het eten. Daarna besloten we op de zelfde plaats te overnachten en heeft Cathrin gekookt. Het was een gezellige avond met heel veel in formatie over en weer. Dominique had een hele mooie video gemaakt van hun tocht naar de Antarctis vanuit Ushuaia. Over de Antarctis waren ze heel enthousiast maar over de vaartocht erheen en de medepassagiers minder.
We hebben natuurlijk ook nog het stadje bekeken maar "San Martin de Los Andes" is ondanks zijn mooie naam een heel gewoon toeristenstadje, de ligging aan het meer is weliswaar prachtig maar door de koude wind is het er vandaag geen aangenaam vertoeven.
Het is hier, zo gauw de zon niet schijnt, of je bent in de schaduw heel gauw heel koud.
De volgende morgen zijn we ieder weer zijns weegs gegaan, maar niet voordat Dominique me nog een uurtje video les heeft gegeven. Hij heeft me een paar kneepjes bij proberen te brengen, maar ik vrees dat ik het meeste weer ben vergeten voor ik er aan toe kom om ze in de praktijk te brengen. Het monteren van video's en bewerken van foto's is in de camper niet mijn liefste bezigheid. Maar misschien kan ik het opschuiven tot later als ik oud ben en meer tijd heb.
Van San Martin ging het via San Juan de Los Andes naar Aluminé.
In San Martin stonden er ook weer lange rijen voor de Tankstations, zodat we maar doorreden. In San Juan moest het echter toch gebeuren en de rij was hier ook wezenlijk korter, geen honderd meter. Toen ik in het zicht van de pompbediende kwam, die hier een hele autoriteit is, mocht ik afbuigen naar de pomp voor de grote jongens. Dat scheelde al een heel stuk wachten. Ook hebben we hier water getankt en het gebeuren bij de benzinepomp en op het parkeerterrein gadegeslagen. Het is een vrolijk gebeuren, iedereen moet nog wat kopen en naar het toilet en parkeert zijn auto zo dicht mogelijk voor de deur zodat ze geen tijd hoeven te verdoen met lopen. En dat nadat ze een half uur voor de pomp hebben staan wachten zonder te morren. Als de mensen dan weer terug komen,  moeten ze weer wachten omdat ze ingeparkeerd zijn en dat doet men dan ook weer zonder zich op te winden. Het zou mooi zijn als ze bij het inhalen ook zo geduldig zouden zijn.
Na het tankavontuur, wat minstens een uur in beslag nam, gingen we richting Aluminé. 
Het ging weer over ripio, minstens honderd kilometer, maar door een prachtig landschap aan de rand van " Parque Nacional Lanin" met een prachtig uitzicht op de vulkaan "Lanin", met zijn 3728 meter een van de hoogste vulkanen. We volgden het verloop van de Rio Aluminé, deze gaat door een landschap dat lijkt op de Grand Canyon maar dan kleiner met steile rotsen en diepe kloven waarvan je denkt dat de weg er eigenlijk niet door heen past. Maar het lukt toch iedere keer weer. Bij het begin van het asfalt in Rahue werden we aangehouden en er werd ons op strenge toon door twee Argentijnse dames gevraagd of we gevist hadden tenminste dat maakten wij eruit op. Kennelijk wordt er hier ook moeilijk gedaan over visvergunningen, maar om er nu wegen voor af te zetten en verkeerscontroles te houden, dat hebben we nog niet meegemaakt.
Hoewel er hier in Zuid Amerika en vooral in Argentinië heel veel politie controle is waar dan voor namelijk de inwoners gecontroleerd worden. Ons is het wel een paar keer gebeurd, maar dan staan ze zo onhandig met de papieren te schutteren dat je zeker weet dat ze voor het eerst een buitenlands voertuig hebben aangehouden. En niet weten wat ze er mee aan moeten.
Maar door de lange ripio en de viscontrole hadden we geen zin meer om verder te gaan en hebben we de camper op het parkeer terrein bij de politie gezet en daar met een glaasje wijn nog van de prachtige avond genoten.
Toen we de volgende dag verder reden bleken we maar een paar kilometer van Aluminé te zijn. Hier hebben we weer getankt, zonder oponthoud, en meteen een mooi plaatsje in de schaduw gezocht waar we zijn blijven staan. Zo hadden we tijd genoeg voor een lange wandeling na de autodag van gister. Uiteindelijk vonden we het er zo naar onze zin dat we de hele dag gebleven zijn, heerlijk  in de schaduw zitten en luieren, dat moet ook eens kunnen.
s'Nachts bleek het toch niet zo'n hele goede plaats te zijn. De vrachtauto's hoorde je van verre de berg hoog komen en van de andere kant hoorde je ze de berg afkomen op de motorrem. En ons parkeerterreintje gebruikten ze dan om te stoppen, uit te rusten, om te koppelen en luidkeels te conversen. Het vrachtvervoer gaat hier de hele nacht door zonder gehinderd te worden door een rijtijden besluit. Dagen van vijftien en meer uur achter het stuur zijn geen uitzondering. Als je dat in aanmerking neemt zijn er toch weinig ongelukken.
Het laatste dorpje dat we in Argentinië bezochten was Pehuenia,  Pehuen is de indiaanse naam voor Araukarie of Chilitanne. Dit is een boom, met harde puntige bladeren als schubben, die heel langzaam groeit en wel 500 tot 1000 jaar oud kan worden. De indianen leefden hier vroeger voornamelijk van de " denneappels" van deze bomen. Het zijn beschermde bomen en de wegen en paden werden er omheen geleid. Of dit nog zo is weet ik niet maar er zitten hier hele rare bochten in de weg en in deze bochten staan altijd Araukarien.
Na Pehuenia kwamen we direct bij de grens, voor ons geen probleem meer. Vooral omdat we extra een kleine grensovergang hadden uit gezocht. Maar met ons nog ettelijken dus stonden we zelfs aan de Argentijnse kant lang te wachten. Nog beter werd het bij de Chileense kant. De douane was snel met ons klaar. Maar de Agrarische officier wilde absoluut in ieder kastje en elk hoekje kijken. We moesten zelfs door een desinfecterende vloeistof rijden. Zo erg hadden we het noch  niet meegemaakt.
Het kan natuurlijk ook zijn dat de dame, dat was het in dit geval, gewoon nieuwsgierig was en wilde weten hoe wij woonden. We hebben bereidwillig alle inlichtingen gegeven, totdat er een oudere officier kwam zeggen dat ze op moest schieten, en we door mochten rijden.
In Chili ging het verder over de ripio we dachten maar een kilometer of vijftien maar het bleken er zestig te zijn. Maar wel weer door prachtig Araukarienbossen. De maker van de kaart was kennelijk te optimistisch geweest en heeft het wegen bouwprogramma van de Chileense staat verkeerd ingeschat. Maar het omgekeerde komt ook voor en dat vinden we wel prettig.
Vandaag zijn we ook de enig tunnel tegen gekomen op onze tocht door Zuid Amerika tot nog toe. Een buis van bijna vijf kilometer, met  natuurlijk een tolhuisje ervoor waar afwisselend heen en terug in wordt gereden. Iedere keer ongeveer na een kwartier springt het stoplicht om, er staan dan vijf of tien auto's en dan mag de andere kant doorrijden. Stel je dat in de Coentunnel eens voor, je kwam nooit aan de overkant!
In Curacautin konden we eindelijk weer eens flink inkopen, als je naar Chili moet doe je dat niet in verband met de grens, en alle voorraden aanvullen.
Ook het Chileense internet kaartje moest weer geactiveerd worden. We zijn er in middels zo aangewend dat we onderweg internet hebben, dat we niet graag meer zonder zitten. Vooral Google Transductor is een veel gebruikt programma en heeft ons al voor heel wat moeilijkheden behoed. Maar niet overal is de ontvangst even goed, tussen de dorpen is er vaak geen net en skypen lukt gewoonweg niet. Daarmee zouden de telefoon bedrijven zich ook in het eigen vlees snijden.
Van Curacautin zijn we naar het noorden gereden, naar het Natuurpark "Tolhuaca" een  nog vrij onbekend park, dat alleen via een lange ripio te bereiken is. Voor het park is een thermaalbad dat we eigenlijk wilden bezoeken. Maar een korte bezichtiging maakte ons al snel duidelijk dat wij er niet in wilden. Een zwarte naar zwavel stinkende modderpoel. Dan wachten wel tot we weer in Bentheim zijn.
Maar het park was de moeite waard, we konden voor de ingang overnachten en zijn daarom in de namiddag nog aan een wandeling begonnen.
Twee en een halve kilometer dus een eitje vonden we, maar toen we na bijna vier uur terug waren, dachten we er wel anders over. Het was meer een klimpartij dan een wandeling en Yvonnemarijke zei halverwege, ik kan niet meer. Maar dat was natuurlijk niet zo want ze heeft het wel gered. En de beloning was een prachtig groen bergmeer waar we een hele tijd van de stilte hebben genoten. Tot er een paar jongelui zo nodig moesten gaan zwemmen. Gelukkig is het afdalen niet zo inspannend en ging dat veel sneller en waren we nog voor donker in de camper.
We stonden hier aan een doorgaande weg maar s'avonds om negen uur ging de laatste auto voorbij en de volgende morgen om tien uur kwam de eerste pas weer langs.
En die zijn we tegengekomen omdat we al op weg  waren naar de volgende parkingang. Hier was er weer een mooie wandeling te maken, maar dat was een gewone wandeling voor plattelanders. Niet minder mooi maar veel eenvoudiger.
Ook hier hebben we direct aan de weg overnacht, we wisten immers dat er niemand voorbij zou komen. Het was niet helemaal zo rustig als de vorige avond maar ik teken voor zo een plaatsje.
Van Tolhuaca ging het verder naar Victoria, eindelijk weer bewoonde wereld, zelfs met een autoweg. Maar voor die tijd moesten we nog tachtig kilometer Ripio. Het eerste stuk was heel mooi, maar na een kilometer of twintig kwamen we in cultuurbossen met Eucalyptusbomen. In het begin lijkt het heel mooi, maar na een tiental kilometers zie je hoe troosteloos het is. Altijd de zelfde bossen afgewisseld met pijnboombossen. Onderweg zie je, ook op zondag, de vrachtauto's met hout en houtsnippers en de grote Harvester machines aan het werk en langsrijden. De Harvesters, vreten de bomen gewoon op. Ze zagen ze af, ontdoen ze van de bast en de zij takken en dan worden de stammen of afgezaagd op lengte of versnipperd en meteen in een grote vrachtwagen geblazen. Dat zijn de moderne houthakkers. Ik heb vroeger bij de padvinderij nog een houthakkersinsigne moeten halen. Zouden die jongens nu voor een rijbewijs voor een "Harvester" moeten opgaan?
Vlak voor het begin  van de autoweg stoppen alle vrachtwagen en controleren de banden. Wij dus ook, en jawel er zat een dikke steen tussen de banden van de achterwielen. Als je dat niet op tijd ontdekt dan is je band aan flarden voor je twintig kilometer op het asfalt hebt gereden. Dit gebeurt niet zo gauw op de ripio omdat de snelheid daar veel lager is.
Het in Duitsland en Nederland veel besproken verminderen van de luchtdruk in de banden wordt hier niet gedaan, je verlaagd er tenslotte ook de draagkracht van de band mee en zo veel speling heb je daar niet. De enige methode is langzaam rijden en oppassen dat je niet  met stenen tussen de banden op asfalt rijdt. Dit even terzijde voor degenen die menen dat je voor Zuid Amerika beslist een vier x vier met dikke dure  banden moet hebben.
Bij de autoweg stond een bord Tranquin en daar moesten we heen, maar niet beslist over de autoweg. Dus volgden we, misschien tegen beter weten in, het officiële bord. Dit was de miskleun van de maand. De weg veranderde van asfalt in ripio, van ripio in een hele smalle ripio, waar we al niet meer konden keren. En ging over in een hele smalle ripio tussen de braamstruiken en takken. Maar geen weg terug totdat we bij een huisje kwamen. Hier de weg gevraagd naar Tranquin, met de kaart er bij. Maar of de man kon helemaal niet  lezen of geen kaart lezen, in ieder geval hij bleef er bij de weg ging niet naar Tranquin. Dus hebben we op zijn erf maar gedraaid en zijn de weg terug gereden. Voor dat we bij de takken en de braamstruiken kwamen heb ik Mories zijn takkenschaar (voor de insiders, met n) uit de garage gehaald. Yvonnemarijke is achter het stuur gegaan en ik ben voor de auto uit gelopen en heb honderden braamstruiken af geknipt. En ook dikkere takken zijn gesneuveld. Zodat we in ieder geval op de terug rit geen krassen hebben op gelopen. Maar zonder een enkel krasje red je het hier niet, dat hebben we allang vast gesteld.
Zo bleef ons niets anders over dan via de autoweg en de grote weg naar Tranquin te rijden, het einddoel voor deze dag. Hier hebben we op het eerst beste plaatsje aan de hoofdstraat, midden in de stad uitstekend geslapen.
Hier blijven was natuurlijk geen optie dus doorkruisten we het stadje opzoek naar een dieselpomp. Vonden er ook een, maar toen de diesel er bijna inzat, bleek het dat er geen water aansluiting was. Pech! Maar we zitten  nog niet zonder, driehonderd liter zijn niet zo snel op. Onderweg naar Canete hebben we op een mooie parkeerplaats ver boven het meer eerst uitgebreid pauze gehouden. Voornamelijk om het luchtfilter na de ripio van de afgelopen dagen weer goed uit te blazen. Dat kun je natuurlijk niet midden in de stad doen. Dit uitblazen doe ik steeds als we van een langere ripio weer op het asfalt komt en denk dat dit voor het voortbestaan van de motor ook heel belangrijk is. Het voordeel is ook dat je dan gelijk de garage, de bergruimtes en ook de cabine kunt uit blazen. Want er is overal stof, stof en nog eens stof.
Na de middagspauze kwamen we in een 90 kilometer lang stuk van wegwerkzaamheden er was geen weg meer terug en we werden in hoog tempo voortgedreven. De meeste zijwegen waren niet meer beschilderd of afgesloten. Eindelijk bij Arauco konden we ontsnappen en vonden we een plaatsje in een pijnboombos bij het strand. Hier stonden we volgens ons prima en gingen een mooie strandwandeling maken.
Toen we later op de avond van een glaasje wijn zaten te genieten kwamen er een jongen en een meisje op ons af, die vertelden dat het hier niet veilig zou zijn. Die verhalen kennen we al en ja hoor het bleek dat zijn vader een stukje verder een camping had. Maar geen bord aan de weg en een pad waar wij niet door konden, of wilden. We zijn dus blijven staan, maar toch ontneemt je zo iets een beetje van je nachtrust.
De volgende morgen kwam de vader op de fiets voorbij, stelde zich voor als Bert en begon een referaat in het Spaans. Begrepen heb ik alleen dat er hier geen toeristen meer kwamen en dat komt allemaal door de hout industrie. Er is geen ondergroei in de bossen en daar door is er ook geen wild en zijn er geen vogels meer. En gelijk heeft hij, maar toch zijn we niet naar de camping gegaan. Ook wij wilden hier in deze toch troosteloze streek niet blijven. Je kunt je niet voorstellen hoeveel hout hier over de weg getransporteerd wordt, overal zijn vrachtwagens met hout onder weg. En overal liggen bergen natgesproeid hout dat een muffe geur verspreidt. 
Het volgende traject ging weer over de "autoweg" met zijwegen, geparkeerde vrachtauto's, fietser handwagens met hout etc. Maar ook met een tolpoortje waar je voor het gebruik van de autoweg moest betalen.
Zo reden we door Concepcion, de op een na grootste stad van Chili , nauwelijks richtingborden geen structuur in het gedrag van de  medeweggebruikers, maar toch waren we er op eens door heen. Even diep ademhalen en we waren in Tomé, zo mogelijk nog meer chaos, als in Concepcion maar ook hier waren we snel door heen.
Trouwens aan de betaalde autobaan was er een grote supermarkt die eindelijk alles had wat ons hartje begeerde en zelfs was er een tankstation met water. Dat kwam ons later goed van pas.
Na Tomé reden we voor we in de volgende stad waren, linksaf een schiereiland op. We wilden rust en vonden daar ook een heel mooi plaatsje, hier blijven we een paar dagen!
Een uur later waren we er al weer weg. Er kwam een auto op het terrein gereden en we dachten die stuurt ons weg, kan gebeuren.
Maar nee de bestuurder begon een lang verhaal, in het Spaans, maar kon ons niet duidelijk maken wat hij wilde . Opeens beduidde hij dat ik mee moest gaan in de auto. Nu ja naar een kidnapping zag hij niet uit, dus ik stapte in. Hij scheurde een heuvel op maakte een hek open en reed naar de kant van den klip hoog boven de Stille Oceaan. Het was zijn terrein en wij mochten er staan. "Sin costa" en dat versta ik als echte Hollander natuurlijk wel.
Een droomplaatsje! Dus terug en de camper omgezet, we staan hier nu hoog boven de oceaan en zitten in de avondzon en genieten van het prachtige uitzicht met een lekker glaasje Chileense wijn in de hand.
Ik weet niet of de man het wist maar ik ben vandaag jarig en hij heeft me een prachtig verjaarscadeau gegeven.
Waarbij ik alle anderen die gemaild en geschreven en gezongen hebben natuurlijk niets te kort wil doen.

 

 

 

 

 

 

Foto’s

4 Reacties

  1. Inge:
    1 maart 2013
    Nog van harte met je verjaardag, Cees! Wat een geluk met zo'n plekje op die dag, het is toch altijd weer afwachten waar je terechtkomt. We genieten van jullie verhalen en de mooie foto's (nóoit te veel, Yvonnemarijke!).
  2. Lisette:
    1 maart 2013
    Wat een mooi cadeau en een mooi eind van dit spannende verhaal....
  3. Jan Timmerman:
    1 maart 2013
    Cees het is weer eens zo ver ik ben je verjaardag vergeten. Alsnoch van harte gefeliciteerd. Ik geniet van je reisverslagen, met de vele plaatsnamen is volgen op google earth geen probleem. Goede reis

    Groet
    Riet en Jan
  4. Michel:
    3 maart 2013
    Van harte gefeliciteerd met je verjaardag van 1 maart....
    in het portugees zeggen ze parabéns, feliz aniversario...
    Ga zo door met schrijven... ik geniet ervan...
    Groetjes van uit Natal RN Brazilie