Chili,Carreterera Austral, deel dertien. 26.01 tot 06.02.2013

10 februari 2013 - Futaleufú, Chili

Chili, Carreterera Austral, deel dertien.  26.01 tot 06.02.2013

Waren we in de laatste regels van het vorige verslag nog op de weinig bekende RN 083, nu hebben we de " Carreterera Austral " onder de wielen en zijn in Cochrane aan gekomen. De Carreterera is een onder fietsers, Backpackers en andere trekkers wereldberoemde weg van Villa o'Higgins in het zuiden van Chili tot Puerto Montt in het midden. Over een totale lengte van 1200 kilometer. Aan deze weg met de officiële naam: Carreterera Longitudinal Austral Presidente Pinochet" wordt sinds 1970 zonder onderbreking gebouwd. Het is grotendeels een riopio weg van het ergste soort met enorm veel wegopbrekingen.
Zoals de meeste grote en bekende wegen in de wereld in opdracht van een dictator of een keizer werden gebouwd. Denk hierbij aan de romeinse Heerbanen en de Duitse autobanen en ook Napoleon heeft het zijne er toe bijgedragen om Europa van wegen te voorzien. Heeft hier de dictator Pinochet door zijn rekruten een weg parallel aan de grens met Argentinië laten aanleggen. Het resultaat is een weg die zich door een van de mooiste landschappen ter wereld slingert. Er is steeds uitgegaan van het  natuurlijke verloop, er zijn geen grote bruggen of viaducten die het landschap ontsieren.
Wij zijn een kilometer of twintig boven Cochrane op de Carreterera gekomen en moesten eerst naar Cochran toe voor we onze weg konden vervolgen. Dit is namelijk het laatste stadje in het zuiden van Chili waar je nog diesel kunt tanken, geld kunt tappen en een beetje kunt  inkopen.
We hebben dit allemaal gedaan en zijn nog een dagje gebleven om naar de rodeo van de plaatselijke rodeoclub te kijken. Na lang overleg hebben we besloten om niet nog meer zuidelijk te gaan naar Villa o' Higgins. Dat  is wel het begin van de Carreterera maar dat zou betekenen dat we ongeveer 230 kilometer Ripio heen en terug zouden  moeten rijden en dat was ons net iets te veel.
Dus gingen we van uit Cochrane naar het noorden. De weg was  hier heel erg slecht, niet beter dan de RN 083, waarover we gekomen waren, maar er was beduidend meer verkeer. Hier volgt de weg de loop van de Rio Baker een van de grootste en mooiste rivieren van Zuidelijk Chili, tenminste zo lang het duurt. Want ook hier worden plannen gesmeed om een stuwdam te bouwen en een hoogspanningsleiding naar Santiago aan te leggen. Ja, schone energie is de ene en een prachtig onbedorven landschap is de andere zijde van de medaille.
Het protest tegen de stuwdam wordt door een Amerikaanse milieu organisatie gesponsord. Het is ook makkelijk in een andermans tuintje te wieden, dan zie je het  onkruid in je eigen  niet.
Het zou heel jammer zijn als het gebied veranderd werd, maar energie is er natuurlijk nodig als Chili op genomen wil worden in de vaart der volkeren. Er wordt hier al  heel veel gedaan op het gebied van natuurbehoud  maar alleen daarvan kun je niet leven.
Op een parkeerterrein heel hoog boven de Rio Baker hebben we een paar fietsers gesproken, die hebben het ambitieuze plan om van Ushuaia naar Alaska te fietsen. Ze hebben eerst vier maanden in Australië geoefend en waren nu  hier in Chili onderweg. Het  is trouwens verwonderlijk hoeveel fietsers er onderweg zijn op deze, niet alleen voor een fietser, abominabele wegen. We zien er iedere dag wel een stuk of vijftien. En niet steeds dezelfde.
Ook stopten er een paar Duitse motorrijders, ze waren onderweg van Mexico naar Ushuaia. Zoals heel veel motorrijders dat doen. We hebben er al tientallen gezien.
De meesten nemen een sabbatical jaar en willen dan zo 'n monstertocht maken en daarna is het de bedoeling dat ze in de maatschappij weer normaal kunnen mee draaien. Ik heb daar zo  mijn twijfels over, als je eenmaal zo iets gedaan hebt dan is niets meer zoals het geweest is.
Maar ze genoten van de reis en waren laaiend enthousiast. (http://www.bruking.wordpress.com).
We zijn die dag niet ver gekomen na 49 kilometer hebben we in Puerto Bertrand een prachtig plekje meteen aan het meer gevonden. Over de afgelegde afstand, een hele dag rijden, waren we niet zo tevreden. Maar later hebben we gemerkt dat de dagetappes op Ripio nooit veel groter werden.
In het dorp waren heel veel hostels en andere logies mogelijkheden, maar wij waren met een paar fietsers de enige toeristen. De fietsers staan over het algemeen op een kleine gemeente camping en wij langs de kant van de weg. Waar en wanneer het grote aanbod van toeristen vandaan moet komen is ons een raadsel. Het is tenslotte nu  hoogseizoen in Zuid Amerika.
De volgende morgen hebben we eerst weer grote schoonmaak gehouden en gewassen met water uit het meer. Dat komt hier direct van de gletsjers. Het is hier bij al de stoffige wegen vaker dan anders nodig om de boel schoon te maken. Het is  hier zo stoffig dat je al  honderden meters aan de stofwolk kunt zien dat er een tegenligger komt.
Daarna ging het verder over de Carreterera naar Puerto Tranquillo ook een gehucht  dat volledig op het toerisme drijft.
Van hieruit kun je met een bootje de marmergrotten bezichtigen. Maar aan gezien Yvonnemarijke niets voelt voor grotten hebben we dat niet gedaan.
Maar het uitzicht over het meer waaraan we stonden was groots. En er was ook nog een behoorlijk goed gesorteerde supermarkt, ongeveer zo groot als onze huiskamer.
Er is hier ook nog een mogelijkheid om rechts af te slaan naar de Valle de Exploradores, maar ook hier zijn we niet in gereden, zo'n zijweg wil al snel zeggen 70 km heen en dat ook weer terug. Alles kun je niet zien op zo een reis je moet bewust dingen laten om de rest goed te kunnen bekijken. En ons gemiddelde dagtraject  hier op de Carreterera ligt bij ongeveer 50 km per dag.
Onze volgende etappe naar Villa Cerro Castillo was weliswaar iets langer, maar dat kwam omdat er nergens een goed plaatsje te vinden was. Soms zijn de randen van de weg wel 40 tot 50 centimeter hoog met los grind op geschoven en daar komt onze camper niet door heen. En officiële parkeerplaatsen zijn er niet.
Dus dan rijd je maar verder. En zo  kom je onverwacht op de  meest verassende plaatsjes. Zo ook in Villa Cerro Castillo, een dorpje in een enorm ruig berglandschap. We vonden aan het eind van het verder verwaarloosde dorpje een gloednieuw verenigingsgebouw met een park en grote in hout uitgesneden beelden. Jammer genoeg stond er alleen een verklaring in het Spaans bij die te lang en te moeilijk was om te vertalen. In het kort ging het er om dat het een hommage aan een Italiaanse priester was die hier in de tweede helft van de vorige eeuw heeft gewerkt. Later hebben we de naam van de priester ook in ander dorpen gezien. In Cerro Castillo worden in de maand januarie ook toneeluitvoeringen gegeven die  hier een grote bekendheid genieten. Maar wij kwamen hiervoor te laat.
Vanaf Cerro Castillo had de Carreterera een verassing voor ons in petto, van af hier begon een stuk asfalt van ruim 100 kilometer. Het was een verademing. En zo besloten we naar Puerto Ingeniero Ibanez te rijden een zijweggetje van twintig kilometer, maar op asfalt geen probleem. We daalden vanuit de bergen tamelijk steil af naar het Lago General Carrera het  op een na grootste  meer van Zuid Amerika , het grootste is het  Titicacameer. De lengte van  het meer hier is ongeveer 180 kilometer, zo lang als Nederland breed is. En dat  noemen ze een meer. Er zijn hier veel meren, maar er wordt geen watersport beoefend. Af en toe een jetski maar meestal op een aanhanger achter de auto. Net als in Nederland met de fietsen op de fietsendrager, worden de meeste kilometers achter de auto gemaakt. Zoals ook met onze vouwfietsen het geval is, maar in Ibanez wilden toch weer eens de fiets pakken. We gingen naar de "Salto de Ibanez" een grote waterval in de buurt van het dorp en met de camper moeilijk te bereiken. Het waren slecht zes kilometer ripio, maar met harde wind tegen en vals plat. Heen en terug hebben we er drie uur over gedaan. Maar het was de moeite waard.
Een prachtige waterval van wel veertig  meter  hoog die de rivier in twee stromen splitste. We hebben er uren naar zitten kijken en dat niet alleen om dat we uitgeput waren van het fietsen.
De volgende dag reden we in twee uurtjes op ons gemak naar Coihaque, het eerste echte stadje sinds we uit Calafate weggereden zijn. Zestien dagen geleden.
Hier hebben we de rest van de dag met "shoppen" door gebracht, de voorraden opgevuld en natuurlijk ook weer de dieseltank. Want hoewel de diesel situatie niet zo dramatisch is als vaak wordt verteld, moet je wel iedere gelegenheid om te kunnen tanken aangrijpen en een actieradius van 500 kilometer is ook nodig. Coihaique is dan weliswaar de hoofdstad van dit deel van het land,  maar er wonen slechts 40.000 inwoners en de shoppingmijl is niet meer dan een paar honderd  meter lang, dus zeer overzichtelijk.  En niet iedere wens kan er vervuld worden. Zo bleek ook de aankoop van een microchip voor de Ipad weer onmogelijk.
De enige mogelijkheid om uit Coihaique vandaan te komen, is de Carreterera verder naar het noorden te volgen, wat we dan ook gedaan hebben. Er was asfalt tot Puerto Aisen waar we in volle vaart heen gereden zijn. Na dagen met een slakkegangetje te zijn rondgetuft doet het goed de camper weer eens de sporen te kunnen geven. Hij leeft er helemaal van op en het stof wordt weggeblazen. Puerto Aisen is een ingeslapen dorpje aan een fjord, niet veel te doen, maar zeer pittoreske. En wonder, o, wonder we hebben er een microchip kunnen kopen. Er waren nogal wat haken en ogen betreffende woonplaats en identificatienummer, maar de verkoopster Tatiana loste dat handig en hulpvaardig op door haar nummer en woonplaats in te geven. We moeten een betrouwbare indruk gemaakt hebben. 
Maar als iemand nu denkt dat we weer deel uit maken van het internationale netwerk, dan heeft hij het mis. Op de meeste plaatsen waar we hier in Chili komen, is helemaal geen verbinding mogelijk. Of de verbinding  is zo zwak dat een Email met een foto al het einde van de verbinding betekent. Maar langzaam en voorzichtig nemen we toch weer wat contact op, alleen het in het net stellen van foto's blijkt een onmogelijke opgave. Daar voor moeten we echt een Wifi verbinding hebben en die zijn hier heel dun gezaaid.
Toen we de volgende morgen Pto Aisen verlieten, zagen we op de valreep nog een enorme supermarkt. Die konden we niet ongestraft voorbij rijden eerst moest er ingekocht worden en vooral de zware dingen zoals water, wijn en bier hebben we hier zonder veel gesjouw kunnen in slaan. Het gaat hier vaak niet samen, een supermarkt en een parkeerterrein waar je met de camper op kunt.   Maar in dit geval perfect. We kwamen hier ook in gesprek met de bemanning van een franse camper. Die wilden van hieruit  met de boot  naar het noordelijker deel van Chili, ze hadden genoeg van het ripio rijden. Van hen heb ik een datei met gegevens over de verscheping naar midden Amerika gekregen, maar die  maken me niet vrolijker. Het probleem van diefstal en vernieling lijkt op dat traject wel steeds groter te worden en door de inbraak op de heen reis zijn we natuurlijk wel wat voorzichtiger geworden. 
Van Pto Aisen gingen we weer recht naar het noorden tot Manihuales, hier vonden we een plekje aan de rivier en wilden we de rodeo gaan bekijken.  Maar  toen we er waren, bij de rodeo club, bleek er helmaal geen rodeo te zijn, maar alleen kienen. En kennelijk lok je hiermee meer toeschouwers dan met een echte rodeo, het was er aanmerkelijk drukker dan een week geleden bij de rodeo in Cochrane.
Zo zie je maar weer als je geen Spaans kunt lezen maak je de meest onverwachte dingen mee. De volgende dag was de laatste makkelijke dag, de eerste zeventig kilometer waren nog asfalt en daarna werd het weer ripio. Zo langzamerhand begin ik toch te geloven dat asfalt mijn voorkeur heeft. Hoewel je bij het rijden op een ripio veel meer ziet als gevolg van het lage tempo.
De volgende plaats op de route was Puyuhuapi, een plaatsje gesticht door vier Sudetenduitsers in het jaar 1935. Maar het enige wat nog Duits is zijn een paar straatnamen en het kleine museum. Het is altijd weer interessant om de foto's uit begintijd van de dorpen en steden te bekijken. En de bewondering voor de mensen die dit aan gedurfd hebben wordt steeds groter. Puyuhuapi ligt aan een fjord en heeft dus directe verbinding met de oceaan.  Er zijn in deze fjord grote viskwekerijen ontstaan, die ook hier in Chili niet onomstreden zijn door de grote hoeveelheden antibiotica die er gebruikt worden. We hadden er een mooi rustig plekje aan de fjord, althans dat leek het, maar tegen negenen kwam er een boot die de hele nacht een generator liet lopen en weg was de rust.
Ook wordt er in de dorpen veel herrie gemaakt door de backpackers, er zijn er hier heel veel onderweg en s'avonds is dat een bron van lawaai. Deze backpackers lopen namelijk niet maar liggen languit langs de weg met de duim omhoog en wachten tot er iemand stopt. Soms in groepen van tien of vijftien tegelijk. Hier door zijn ze aan het eind van de dag nog lang niet moe, zoals de fietsers, en beginnen dan een beetje baldadig te worden door het gebruik van te veel bier. Het is beslist niet het soort toeristen waar de mensen hier op zitten te wachten.
De volgende overnachtingsplaats was La Junta, nog steeds op de Carreterera, de dagetappe was door de verschillende wegwerkzaamheden behoorlijk  ingekort. En hier in La Junta was een tankstation waar we water en diesel konden tanken, daarna was de gang eruit en zochten we een plaatsje in het dorp.
Maar na weer een korte dag etappe vonden we de volgende dag eindelijk het ultieme plaatsje aan de rivier waar iedere camperaar van droomt. Helemaal alleen in de prachtige natuur. We hadden ons nog niet helemaal ingericht of er kwam een auto met drie Chileense jongen voor onze neus staan. Prima jongens en heel rustig, maar het unieke van het plaatsje is natuurlijk weg. Maar ondanks dat hebben we er prima kunnen overnachten.
De volgende dag aangekomen bij de afslag naar Futaleufu, besloten we rechtdoor te gaan naar Chaiten en dan de boot naar Hornopiren te nemen. 
We zijn door gereden tot Pto Cardenas aan het Lago Yelcho waar we weer direct aan het meer konden staan. Onderweg zijn we niet naar de gletsjer Ventisquero gelopen, maar wel hebben we over een pad door het oerwoud mineraalwater voor Yvonnemarijke uit een bron gehaald. Het bleek later niet te drinken.
Op de plaats aan het meer kwamen we in gesprek met Chris een Canadees die uit het noorden kwam. Hij vertelde dat de veerboot wel veertien dagen van te voren moest worden besproken. En zoiets past  natuurlijk niet in onze spontaan planning. Chris was met zijn camper uit Canada gekomen en hij vertelde dat de Verenigde Staten helemaal geen ideaal camperland zijn. Je mag er nergens vrij staan en als je het doet wordt je onverbiddelijk door de politie met geweer in de hand weggestuurd of gearresteerd.
Vandaag zijn we naar Chaiten gereden om te kijken of en wanneer we met de veerboot mee zouden kunnen. Gelukkig is de weg vanaf Pto Cardenas prima nieuw asfalt en een verademing voor mens en machine.
We hebben eerst Chaiten bekeken, het dorpje bij de gelijknamige vulkaan die in 2008 is uitgebarsten en de hele omgeving tot in Argentinië toe met een dikke laag as heeft bedekt. Er zijn nog huizen aanwezig die tot de dakgoot in de as staan en overal is het grijs van de as. Het is een treurig gezicht.
Bij het boekingskantoor bleek dat we dagen op een boot moesten wachten. We hebben toen besloten weer terug te gaan naar Pto Cardenas en morgen via Futaleufu naar Argentinië te gaan. We moeten dan weliswaar een stukje terug maar beter ten halve gekeerd dan ten  hele gedwaald.
Want niet alleen dat de boot ons vertraging op levert, ook de weg verder naar Porto Montt schijnt door weg werkzaamheden bijna niet te berijden te zijn en beslist geen aangename route.
We hebben dus de Carreterera van Cochrane tot Chaiten afgereden, bijna duizend kilometer, een prachtige weg die als een van de mooiste wegen ter wereld te boek staat, dat heeft geen betrekking op het wegdek, maar alleen op de fantastische omgeving.

 

 


 

Foto’s

3 Reacties

  1. Lisette:
    11 februari 2013
    Wat een mooi verhaal, en die natuur... om bij weg te dromen. Richting santiago zullen de wegen toch wel beter worden???
  2. Lambertus:
    11 februari 2013
    Hallo Ihr Lieben, wir verfolgen die Reise durch Südamerika mit großem Interesse. Auf der anderen Seite sind wir besorgt um Euch, denn Ihr befindet Euch in einer für uns fremden Welt. Seit bitte vorsichtig! Weiterhin wünschen wir Euch eine gute Reise, mit viel Freude und mit einer guten Gesundheit.
    Liebe Grüße aus Ratingen
  3. Hermine:
    14 februari 2013
    Hallo lieve mensen,
    Wat een verhaal, geweldig.
    Ik ben weer helemaal op de hoogte van jullie reis. Voorzichtig zijn en een goede reis verder.
    Liefs Hermine.