Noord Chili tot Peru deel 19 van 29.03 t/m 14.04.2013

14 april 2013 - Arica, Chili

Noord Chili tot Peru deel 19 van 29.03 t/m. 14.04.2013

Bij de vorige aflevering was ik een beetje voorbarig, ik dacht natuurlijk dat er niets meer zou gebeuren tot Pasen.
Dat was niet helemaal waar, toen we de volgende dag het rolluik open deden, lag er een auto in de berm. Niet dat dat iets ongewoons was, het gebeurt hier kennelijk vaker. Maar de manier waarop het op gelost werd, leek wel echt Zuid-Amerikaans.
Binnen een kwartier stonden er op de weg waar gister misschien 10 auto's langs gereden zijn, wel twintig auto's en vier grote vrachtwagens. Iedereen was aan het praten en gesticuleren en er werd met kettingen gesleept. De grootste vrachtwagen werd aan een ketting gebonden en hij trok de auto uit de berm. De bestuurder ging erin zitten probeerde een beetje heen en weer, reed weg en vijf minuten later was er niemand meer te zien. We hebben de dag verder door gebracht met lopen en luieren en zelfs nog even een stukje fietsen, omdat Yvonnemarijke het zo graag wilde. Maar dat was geen succes, de ene kant op was het te steil en de andere kant was een zandpad, we waren er gauw mee klaar. Voor de navolgers, fietsen is hier in ieder geval met vouwfietsen een onaangename bezigheid en voor de niet zo sportieven kompleet onmogelijk.
De volgende morgen, zaterdag, zijn we weer op pad gegaan. Eerst langs de kustweg, maar na ongeveer twaalf kilometer werd het ripio en daar hadden we geen zin in. Dus zijn we terug gegaan en hebben de weg door het binnenland genomen. Deze weg stijgt over een lengte van twintig kilometer  tot op een hoogte van 2200 meter.
Na twintig kilometer is er een afslag naar  " The European Southern Observatory , Cerro Paranal. ( http://www.eso.org)
We wisten van een medereiziger in zuid Chile dat deze sterrenwacht bezocht kon worden. Natuurlijk alleen nadat je je van te voren hebt aan gemeld. We hadden dus een paar dagen van te voren een mail geschreven naar een paar adressen die we gevonden hadden. Maar geen reactie.
Dus gewoon heen gegaan en gevraagd of het mogelijk was de excursie mee te maken.
De gezaghebbende portier meende eerst op mijn vraag of hij engels sprak, te moeten op merken, hier zijn we in Chili , hier wordt Spaans gesproken. Op mijn opmerking dat het hier om een Europese organisatie ging en hij ook met Europees geld betaald werd, werd hij iets vriendelijker en maakte duidelijk dat we met de excursie mee konden.
Het was zeer indrukwekkend om te zien wat hier allemaal gebouwd is. Er staan hier op 2500 meter hoogte vier enorme Telescopen met een diameter van 8,2 meter. Vrijwel alle landen van Europa nemen aan dit project deel, de een wat meer, de ander wat minder.
En zoals vaak het geval is heeft Engeland, dat pas sinds 2002 aan het project deel neemt, de voertaal mogen leveren. Behalve voor de portier!
Het is altijd jammer dat er bij zo een excursie enorm veel cijfers en getallen genoemd worden en dat er dan later geen flyer bestaat waarin je het allemaal nog eens na kunt lezen.
Dit, en de taal van de portier, heb ik bij de organisatie gemeld en er werd beloofd dat er verandering in komt.
Ook was het opvallend dat er heel veel over de techniek van de telescopen gesproken werd, maar nauwelijks uit de doeken werd gedaan wat voor onderzoek er plaats vindt en welke resultaten er bereikt worden. Wel is het duidelijk geworden dat de plaats hier gekozen is omdat de Atacama woestijn de droogste plek op aarde is. De geïnteresseerde lezer kan het hoofdstuk 20 lezen waarin een artikel uit het NRC wordt geciteerd van een wetenschapper die hier een paar dagen onderzoek heeft kunnen doen. Ik vond het aardig en interessant om te lezen.
Voor de navolgers, aanmelding moet nu via de website geschieden. Makkelijker gezegd dan gedaan in een land waar de internetverbindingen niet optimaal zijn, maar gewoon proberen.
Het was hier trouwens ook opvallend dat het overgrote deel van de bezoekers uit Europa kwam. Er waren zelfs deelnemers uit Steenwijk en Dwingelo. 
Om vijf uur was de excursie afgelopen, en daar stonden we in de woestijn, op tweeënhalve kilometer hoogte. Er bleef ons niets anders over als maar weer de baan op te gaan en flink gas te geven. Dat was geen probleem want de kilometers die we  eerst gestegen waren moesten we nu we dalen tot Angofagasta.
Voor die tijd in La Negro nog een plaatsje gezocht maar dit bleek niet te lukken. Zo kwamen we pas na het invallen van de duisternis in Angofagasta aan. Een drukke stad, maar we kwamen er makkelijk doorheen. Iets buiten Angofagasta af gebogen naar La Portada waar we op een groot "zandplein" zijn gaan staan. Na bijna driehonderd kilometer en een langdurige bezichtiging was de kaars opgebrand.
De volgende morgen bleken we aan een hele mooie steile klippen kust te staan. Zoals in Cornwall, maar wat daar groen is, is hier zandkleurig en waar het daar regent schijnt hier de zon.
Het bleek een trefpunt voor dagjesmensen te zijn, er is een rotspoort, la Portada , in het water en een klein museum. We hebben er van genoten en zijn de volgende dag gewoon blijven staan. In het kleine museum hier, werd veel over de zee en de zeedieren die hier leven getoond. Ook hingen er prachtige foto's van Gerhard Hüdepohl, bij nader in zien bleek dat de Duitse ingenieur te zijn die ons de dag te voor extra informatie betreffende de sterrenwacht had gegeven. Hij woont al sinds 1997 hier in Chili en is hier een bekende landschapsfotograaf. Leuk om dat zo te ontdekken, hij heeft er zelf niets van gezegd.  (Zijn website heet http://www.atacamaphoto.com. ) Verder staat er hier ook een Duitser met een Unimog, de eerste camper die sinds weken ontmoet hebben, maar dat bleek geen spraakzaam gezelschap. Zoals we in El Chaten ook al vast gesteld hadden.
Na een paar dagen La Portada zijn we naar Mejilones gereden een paar kilometer verderop. Het was de hoogste tijd om weer te foerageren en te tanken, water en diesel. Dit lukte hier prima en de Engels sprekende pomphouder was zelfs bereid ons op de visa kaart honderdduizend peso's uit te betalen. Want het kleine stadje heeft jammer genoeg geen bank die de Visa kaart accepteert. Maar verder was alles aanwezig.
Hier troffen we Matthias en Sabine uit Hofgeismar, die vijf maanden door zuid Amerika hadden getrokken en nu op weg naar Buenos Aires waren. Ze hadden het na zes maanden wel gezien en gingen terug. Wij zijn nog een paar kilometer verder gereden tot Playa Grande, een afslag van de grote weg naar het strand waar verder niets was.
We stonden er twee dagen prima en hebben genoten van de zeeleeuwen, pelikanen, strandlopertjes en de duizenden zeemeeuwen die hier op het strand zaten. Het blijkt hier een  meeuwenreservaat te zijn. De hele strook tussen de weg en het strand mag hier niet met motorvoertuigen worden bereden. Maar er staan meer sporen in het zand dan sterren aan de hemel. Yvonnemarijke dacht dat hier de Parisdakar langs gekomen was, maar een Chileen hielp haar uit de droom. Die komen niet in zulke plaatsjes als Mejillones meende hij.
Maar ook het mooiste strand heeft maar twee kanten dus het volgende gezocht, we zijn echte Strandhoppers geworden. Maar aan de standjes valt dan  ook het meeste te zien. De bergen hier kan je haast niet in, die kun je dus alleen vanuit de auto bekijken en dieren zie er helemaal niet. Totdat.....
Ja totdat er de volgende dag aan het volgende strandje een levens echte muis in de auto zat. Hij was op de een of andere manier in een van de emmers gevallen die in de douche staan. En toen Yvonnemarijke in de badkamer was, begon hij er in rond te springen. Dat was schrikken, maar gelukkig hadden we hem op zo'n manier gelijk gevangen en kon ik hem buiten de auto zetten. Maar hoe was hij er in gekomen? We weten het nog niet!
Maar wel besloten we meteen naar het dichtstbijzijnde dorp te lopen om "ratinos veneno" muizen gif te gaan kopen.
We zagen het dorpje al liggen. Maar na een wandeling van zes en een halve kilometer bleek er geen mens te wonen het waren alleen vakantie huizen. Ja ook hier in Chili slaat de welvaart toe.
Zo kwamen we onverrichter dingen maar dood moe in de camper terug. We gaan er nu maar vanuit dat de muis alleen was en er niet nog meer verborgen zijn.
Om wat uit te rusten zijn we maar weer een stukje verder gereden, want op het muizenstrand wilden we niet blijven, ook al omdat er naast de camper een hoge klip was waar het geluid van de zee door weerkaatste en een keer zee is genoeg.
Zo kwamen we in Cobija een ruïnestadje, het is een havenstadje uit de tijd dat de export van salpeter in deze streken bloeide. Het was hier toen nog Bolivia, maar na de Salpeteroorlog van 1879 tot 1883 werd het door Chili geannexeerd. Sindsdien is Bolivia van de zee afgesloten. Er woonden hier eens 15.000 mensen, maar er is niet veel meer van over, door de verschillende aardbevingen en tsunamis is het bijna kompleet verwoest. De export van Salpeter was in de negentiende eeuw een belangrijke inkomsten bron voor Chili en Bolivia, maar tijdens de eerste Wereldoorlog werd er in Duitsland een methode gevonden om de salpeter kunstmatig te maken. Hierdoor kwam de export ervan volledig tot stilstand en ook de betrekkelijke welvaart van deze streken was daardoor voorbij.
Het volgende stadje op de reis naar het noorden was Tocopillo een naargeestig industriestadje met een olie haven en raffinaderij die het hele stadsbeeld beheerste. We werden er treurig van, alleen al van het er doorheen rijden.
Twintig kilometer verder bij een "hutje" werden empanadas aangeboden, daar zijn we gestopt. Het bleek een restaurantje te zijn, je mag het niet met onze west Europese ogen bekijken, dan loop je er zo weer uit. Maar na een paar maanden zuid Amerika denk je daar toch anders over. En hoewel ik even in de keuken kon kijken hebben we ze toch geprobeerd en het smaakte prima.
Op het nabij gelegen strand konden we prima tussen de rotsen staan en voordat ik de auto goed en wel had uit gezet, had Yvonne al een hondje ontdekt en vriendschap gesloten. Deze keer was het echt een heel leuk hondje en ze stond meteen in tweestrijd of we het niet konden meenemen. Maar het verstand wint het tot nu toe iedere keer weer van het gevoel. Het is niet mogelijk. En voornamelijk bij het terug varen is het een groot probleem. En om na vijf maanden weer afscheid te moeten nemen is natuurlijk helemaal geen optie. Dus hebben we die avond met een weemoedig gevoel naar de zonsondergang zitten kijken en hoopten dat het de volgende morgen niet voor de deur zou zitten. Het blijft een probleem, er zijn hier zoveel loslopende honden en zo gauw die een auto zien, komen ze erop af in hoop iets te eten te krijgen. Dat lukt kennelijk vaak want in het algemeen zien ze er niet ondervoed uit. Ook hebben we hier meermaals een nest jonge honden gezien, maar ook die waren in goede conditie.   
Ja en zo rijd je hier van het ene mooie strandje of baaitje naar het andere. Vaak sta je er helemaal alleen of met dagjes mensen die tegen de avond weer vertrekken. Andere camperaars hebben we tot nu toe zelden gezien of gesproken.
De dagjesmensen komen met hele groepen te gelijk, leggen een vuur aan beginnen te Bqq en zetten de muziek aan. Na een paar uur gaat de zon onder en dan zijn ze weer verdwenen. Met het al of niet achterlaten van de rommel. Ook dat is iets waar je hier enorm aan moet wennen, overal is rommel, er staan vaak wel containers maar men laat de rommel er gewoon naast vallen. Onvoorstelbaar!
Bij het binnen rijden van Iquique vonden we meteen een plaatsje in de stad en aan  de zee, er stonden nog twee campers, Chilenen. Maar toeristen waren het niet, ze woonden er gewoon in.
Het wordt hier in de droge streek steeds moeilijker om aan water te komen, dat is natuurlijk ook logisch. Maar hier in Iquique speelt dat kennelijk geen rol, want overal zie je hier mannetjes die met een slang de palmen en het gras aan het sproeien zijn, de hele dag door. Ook rijden hier sproeiwagens om de plantsoenen te besproeien. Maar daarmee hebben wij het nog niet in de tank. Toen ik er heen ging om wat water te vragen kon het onder geen voorwaarde. De volgende dag vroeg Yvonnemarijke het aan de zelfde man en toen kon wel. Het nadeel was wel dat ze er toen vijf keer met twee emmers van tien liter heen moest lopen en iedere keer vulde hij ze met meer tegenzin.                      
Iquique hebben we van onder tot boven en links naar rechts bekeken, het schijnt de mooiste stad van Chili te zijn en is inderdaad het bekijken waard. Men probeert er een beetje klein Dubai van te maken, aan de ene kant de zee en aan de andere kant de woestijn. Er worden kosten nog  moeite gespaard om het oude gedeelte op te knappen en een nieuw gedeelte met enorme flat gebouwen, van wel twintig verdiepingen hoog, te laten verrijzen. Maar het heeft flair en de binnenstad is heel gezellig.
Een van de dagen hebben we de fiets gepakt en zijn de hele boulevard af gefietst. Zo kwamen we ook aan vissershaven voorbij. Daar was men bezig een dode zeeleeuw uit het water te takelen, een moeilijke klus, maar het moest gebeuren omdat met hier onderzoekt waarom de dieren hier gestorven zíjn. Ook een vorm van natuur bescherming. De natuur hier staat heel erg in het middelpunt, er zijn ook hier grote natuurgebieden, net als in het zuiden. Alleen hebben wij niet zoveel over voor woestijn gebieden, die dan onder natuurbescherming vallen. Langzamerhand hebben we wel genoeg woestijn gezien en wordt het tijd dat er weer eens iets veranderd. Daarom zijn we dan ook vier dagen in Iquique gebleven, om de woestijnkolder de baas te blijven. En weer onder de mensen te komen. Bij ons op de plaats kwam ook een Franse familie staan, die waren met drie kinderen op pad en wilden eerst twee tot drie jaar in Zuid Amerika zwerven en dan over zetten naar Australië. Ambitieuze plannen met twee dochters van 17 en 14 en een zoontje van 6 jaar oud. Het jongetje kwam ons al direct opzoeken, maar de volgende dag waren ze weer verdwenen, jammer anders had hij ons nog een beetje Frans kunnen leren.
Van Iquique richting Arica is weer een rit door de woestijn, alleen onderbroken door een stop bij het oude mijnstadje Humberstone, dat we niet hebben bekeken, het is niet meer dan een schroothoop.  En een bezoekje aan de de  "Geoglives de Tiliviche". Geoglyphen of aardtekeningen, zijn grote tekens en figuren op een berghelling die tussen 1000 en 1400 na Christus zijn gemaakt op de oost hellingen van de kust Cordilleras in het noorden van Chili.
Men weet wel hoe ze gemaakt zijn, maar niet waarom. De meest waarschijnlijke reden is dat ze dienden als een soort wegwijzer voor de nomadenvolken die hier toen leefden.
Ongeveer honderd kilometer voor Arica begon het landschap eindelijk te veranderen. Hier doorsnijden enkele rivieren de Cordilleras van oost naar west. De rivieren voeren hier nauwelijks water maar toch zijn er enkele oasen ontstaan met overwegend tamariskbomen het is een enorme afwisseling in onze ogen. We dalen vanaf de hoogvlakte helemaal af naar zeeniveau en vonden in Caleta Camerones een plaatsje aan een verlaten zandstrand met de grootste golven die  tot nu toe gezien hebben.
Jammer genoeg maken grote golven ook veel lawaai. Maar we zijn ondertussen al iets gewend en hebben toch goed geslapen.
Hier zijn we twee dagen gebleven maar zondag werd het toch weer tijd verder te gaan. We stoppen zo gauw we weer verbinding met het internet hebben om dit verslag in het net te zetten. Daarna gaan we naar Peru en hoe dat afloopt zien jullie de volgende keer.

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Lisette:
    14 april 2013
    Tja, woestijn is niet voor iedereen... Maar ook dat is goed om te beschermen.
    En ook handig om sterren te kijken....
  2. Inge:
    14 april 2013
    Wat een verhaal weer! Hoeveel kilometers hebben jullie inmiddels al op de klok? Hier hebben we de eerste mooie dag (nou ja, middag) gehad dit jaar. Buiten gezeten voor de lunch! We zijn er allemaal wel aan toe ......