Rondje IBerisch Schiereiland 4

11 februari 2018 - Ubrique, Spanje

Rondje Iberisch Schiereiland deel 4

Vorig verslag is afgesloten met een fietstocht door Roquetas de Mar waar we na twee dagen echt wel alles gezien hadden. Vorige keer zijn we hier drie weken blijven hangen en dat mag deze keer  niet weer gebeuren.

Dus zondag morgen de camper weer gestart en op weg naar het volgende avontuur.

De bedoeling was om van hier uit direct naar Torrox Costa te rijden, mooi makkelijk over de Autovia.

Maar bij de oprit van de autoweg aangekomen hebben we toch maar snel besloten deze niet te nemen maar de bergen in te rijden richting Enix, een dorpje in de bergen waar we vorige keer met de scooter bijna zijn geweest. Maar toen werd het te koud om verder te rijden.

De weg staat als wit weggetje op de kaart en is het begin, voor ons, van een rit langs allerlei witte dorpjes in Andalusië. 

Deze witte dorpjes hebben er voor gezorgd dat er op Curacou alleen gekleurde huisjes staan. Een vroegere gouverneur bepaalde dat de huisjes daar niet wit mochten zijn omdat dat de dorpjes in Andalusië pijn aan de ogen veroorzaakten. Of het een fabeltje is weet ik niet maar het wordt voor waar verteld en witte dorpjes in de zon doen pijn aan de ogen bleek later.

Deze dag moesten we het met iets minder weer doen, het was weliswaar waar droog maar de temperatuur in de bergen liep terug tot een graad of vier en s` nachts kwam de thermometer zelfs onder het vriespunt.

Maar met gas- en dieselkachel en een dikke pyjama kon ons dat niet deren. Maar toen de volgende morgen bleek dat er zelfs sneeuw gevallen was keken we toch een beetje raar op.`

Vanaf Alicun hebben we de A348 gevolgd die tussen de kustgebergten en de Sierra Nevada loopt.

In Canyajar vonden we een goede camperplaats mit alles wat een camperaar nodig heeft, water en dumpen het ging hier prima.

Het stadje was ook nog een wandeling waard maar als we ons vooraf hadden gerealiseerd dat we alles terug moesten klimmen zou de wandeling misschien iets korter zijn uitgevallen. Maar voldaan kwamen we in de camper terug. Waar we inmiddels niet meer alleen stonden. Later hebben we gemerkt dat er hier in het binnenland ook nog veel campers rondrijden. Geen Duitsers en Fransen maar Britten en Hollanders. Heel toevallig echter was de ene camperaar toch een Duitser maar wel een die echt op reis was en geen overwinteraar aan de kust. Zij waren ook in Zuid Amerika geweest met de camper dus we hadden gespreksstof genoeg.

Hier in de Las Alpujarras liggen de hoogst gelegen witte dorpjes en als je rechts de afslag op de C332 neemt dan kom je de allerhoogst gelegen plaatsjes zoals Valor en Mecina Bombaron tegen. Je kunt er dan stapvoets door heen rijden want al is deze camper kleiner dan de vorige, als de wegen klein genoeg worden lijkt hij toch weer groot.

Na een hele dag rijden en toch maar 120 kilometer te hebben afgelegd hadden we er genoeg van en zijn naar de Embalse de Beznar in Lecrin gereden. Ik had gelezen dat hier een goed parkeerterrein was waar je mocht blijven staan. Inderdaad een goed plekje donker en afgelegen maar dat is geen probleem. Als de koude wind er niet zou zijn dan zou je er vakantie kunnen houden. Nu werden we de volgende morgen door de koude wind verjaagd. 

Dus snel weer naar de Middellandse zee om wat op te warmen.

Over de Autovia naar Torrox Costa. Hier is een terrein waar je goed kunt en mag staan, direct aan zee. Het terrein is opgedeeld in verschillende wijken, de duitse langstaanders, de Engelse en Nederlandse wijk. Wij hebben ons bij de doortrekkers gevoegd. 

We waren al vroeg in Torrox, daarom was het nog de moeite om de fietsen nog even te pakken en wat rond te kijken. Dat ontaardde in een lange fietstocht langs de kust, steeds een plaatsje verder tot we na 17 kilometer aan het einde van de Boulevard van Tossa de Mar stonden. Hier in Tossa zijn we vroeger, een jaar of tien geleden, vaak graag geweest. Maar ook hier maakte de hele plaats een verarmde indruk, met veel hoogbouw die dringend onderhoud behoeft. Het is nu geen plaats meer om naar terug te verlangen. Eigenlijk moet je nooit terug gaan naar de plaatsen waar je geweest bent maar hier aan de kust is dat vaak niet te vermijden.

De 17 kilometer terug met een scherp windje tegen vielen niet mee en leken er wel veertig, maar ja, je hebt als echte Hollander een e-bike dus je mag niet mopperen. Maar s`avonds wisten wat we gedaan hadden.

De volgende morgen besloten we nog in Torrox te blijven en met de camper naar Velez Malaga te gedaan waar we veertien jaar geleden Tasja vandaan hebben mee genomen. 

Voor degenen die het niet weten Tasja leeft nog steeds en verkeert in voor haar leeftijd goede conditie. Ze woont in Hamburg bij Alexander en Susann en verdedigt daar met verve de kleinkinderen Max en Carla.

Een beetje heen en weer rijden en wat shoppen in Velez Malaga en de dag is alweer bijna voorbij. Nog een wandeling over het strand en de moede beenderen kunnen te ruste worden gelegd.

Vanmiddag heb ik nog snel even de WC cassette in de sanaemiento put gelegd, zoals dat bij wildkamperen gebruikelijk is, en daar kwam een Zwitser op me af en vertelde dat dit vanaf 1.01.2018 in Spanje verboden is. Er staat een straf op die tot de verbeurt verklaring van de auto kan oplopen. Tja dan doe je het netjes en dan mag dat ook al weer niet maar we vinden een oplossing. In ons geval is dat de tweede cassette die we extra mee hebben genomen. Dan is het leed gelden want iedere derde of vierde dag vind je hier in Spanje tegenwoordig ook een sani station om te dumpen en water te tanken.

Vanaf Torrox moest er weer een beetje vaart achter de reis worden gezet, dus de eerste 70 kilometer weer over de Autovia ,maar iets voorbij Malaga was de zin er weer af en bogen we af naar Coin. In onze gedachten een verslapen klein plaatsje aan een grindweg. Mis geschoten een levendige plaats aan een grote  weg er was zelfs een shoppingcenter dat de naam waardig was. 

Dat moest even geprobeerd worden en inderdaad er was niets van Yvonne haar gading bij.

Nadat we dit hadden we vastgesteld, reden we over de A366 verder richting Ronda. Deze weg  voert via Yunquera en El Burgo langs verschillende mooie uitzicht punten waarbij vooral het Mirador del Guarda Forestal  niet voorbij gereden mag worden. Alleen het parkeren is er niet altijd even eenvoudig maar met onze camper kun je ook maar een slechte parkeerplaats met veel modder en stenen riskeren.

In Ronda konden we weer op de ons bekende plek achter een hoog flatgebouw staan, met het verschil met de vorige keer dat er al tien campers stonden en de plaats heel beperkt is. Maar we hebben het genomen zoals het kwam en stonden midden op het pleintje heel onvrij maar vlak bij de stad.

Ronda is een aardige plaats waar het een en ander te zien is. Maar het hoogte punt is wel het uitzicht over het dal. Aan het einde van de winkelstraat is een muur en als je daar overheen kijkt dan zie je een honderd meter diepe afgrond. Dit komt natuurlijk vaker voor maar ik weet niet waar  een afgrond zo in de stad is geïntegreerd, einde hoofdstraat, muur, afgrond het is bizar.

Slapen doe je maar slecht in Ronda en zodoende was de hele parkeer plaats de volgende morgen om tien uur alweer leeg, iedereen op weg naar een plekje waar je kunt uitrusten.

Ons volgende doel was Grazalema, een kleinplaatsje een tiental kilometers verderop richting westen in het park Nacional Sierra de Grazalema. Een prachtig gebied. Hier is een camperplaats aan de rand van het dorp, weliswaar waar zonder enige voorzieningen maar wie daarom treurt is een kniesoor. Het dorpje is zo mooi in de bergen in gebed, dat je er stil van wordt. Het ligt op de helling en je kijkt er in een van de groenste dalen van heel Spanje. Dit heeft te maken met het feit dat er in Grazalema de meeste regen van de streek valt door de stijgingsregens vanaf de atlantische oceaan. En de warmte en de zon komen vanaf de middellandse zee dus een ideale combinatie. Wij voelden er ons zeer goed en zijn dan ook twee dagen gebleven. De eerste dag om uit te rusten en de tweede dag hebben we een lange wandeling in de bergen gemaakt en de hoge berg tegenover de camperplaats beklommen. Er zijn hier vele wandelpaden in min of meer goede toestand maar je moet voor al deze paden wel goed schoenwerk aan hebben anders lukt het niet. Voldaan kwamen we weer in de camper terug en besloten dat het voor de zaterdag genoeg geweest was. Maar Yvonne zou Yvonne niet zijn als ze niet na een uurtje weer ongedurig werd. Dus moesten er nog even schapen en herders geteld worden. Daarbij liepen we de berg af en beneden aangekomen zagen we een pad omhoog naar de stad. Dit hebben we gevolgd en het bleek de weg naar de stad te zijn die nog door de Moren, mag dat nog?, was aangelegd.

Veel wegen waren er hier niet, het bestaansmiddel was hier vroeger het vervoeren van waren van de Middellandse zee kust naar de kust van de atlantische oceaan van waar het verder verhandeld en getransporteerd werd. Dit geschiedde alles op ezels, niet met karren, want wegen waren er niet maar op de rug van de ezels en de mannen. Een karig bestaan maar de plaats maakt een nu een florissante indruk. Het ligt aan een toeristen route en op zaterdag en ook zondag was het een komen en gaan van auto´s, de parkeerplaatsen waren vol en de terrasjes ook.

Zondag morgen waren we vroeg wakker, in de weg voor de parkeerplaats liggen zogenaamde snelheidsremmers, maar in de nacht van zaterdag op zondag hebben deze dingen de opgave om de snelheid te vermeerderen, iedere feestganger probeert er zo snelmogelijk over heen te rijden, zodat ze het niet merken. Maar het lawaai neemt onevenredig toe en dat gaat dan de hele nacht zo door.

Zodoende waren we vanmorgen al vroeg uit de veren en dat was eigenlijk , bleek later , een gelukje.

We wilden naar Zahara aan het stuwmeer van Zahara en wel heen over de oostelijke weg, door het dal van de Rio Quadelete en het stuwmeer en dan door de bergen terug. Midden door het natuurgebied.

De heenreis was adembenemend ook al was de weg nieuw en breder dan in mijn gedachten en op de kaart te zien was. Aan het einde is een stuwdam en daar kon je vroeger heel mooi staan. Nu mooi niet meer het is een watersportcentrum, jammer genoeg en dat is overal te zien zit er te weinig water in de stuwmeren, zodat ze niet meer bij het water kunnen komen. Dus geen camperplaats meer en ook geen watersportcentrum.

Van Zahara gingen we quasi weer terug over de weg door de bergen naar Grazalema een weggetje waar je van de ene verbazing in de andere valt. In het natuurgebied huist de grootste kolonie arenden van West-Europa . En er zijn wandelpaden naar deze kolonies toe maar je moet er een speciale vergunning voor hebben en deze moet maanden van te voren worden aangevraagd. Dat is niets voor Camperaars die vandaag niet weten waar ze morgen naar toe gaan. Ook zijn er hier wandelpaden waar maar een bepaald klein aantal bezoekers per dag mogen lopen. Hier in Spanje is in tegenstelling met wat wij denken alles geregeld en wat niet toegestaan  is, is verboden. Ook het wildkamperen wordt steeds meer aan banden gelegd. Er staan nu al overal borden met “ No Campar” dat betekent nu nog dat je er wel mag overnachten maar niet mag kamperen. Dus geen tafels en stoeltjes buiten of pootjes onder de camper draaien. Het wordt steeds moeilijker. Maar in de winter zal het nog wel gaan.

Vanaf deze weg reden we naar El Bosque, een klein dorpje aan de rand van het nationale park waar we wisten dat er een dumpstation was.

Vandaar naar Ubrique waar we ons met Sies en Mieke zouden treffen, maar toen we er aan kwamen waren ze er nog niet, dus eerst nog maar door het stadje gelopen.

Toen we terug waren in de camper bleek er een mailtje te zijn dat ze door een griep niet konden komen. Jammer, maar het is beter dan aangestoken te worden met een Marokkaanse griep.

Maar in ieder geval geeft het me een beetje tijd om dit verslag te schrijven. Het vergt toch altijd een beetje tijd en je moet een goede internetverbinding hebben. Als dat alles past dan schrijf ik het zo snel mogelijk en zet het na een keer doorlezen in het net.

Dat er dan wel eens een foutje in zit of er een germanisme wordt gebruikt dat moeten de lezers me maar vergeven. Na bijna vijftig jaar in Duitsland zijn de verschillende spellingen geruisloos aan ons voor bij gegaan. En een verslag foutvrij in het net zetten als de reis allang afgelopen is, dat is niet de bedoeling. 

Tot zover de vierde week van onze reis op het Iberisch Schiereiland.

Foto’s

6 Reacties

  1. Jan Pleyte:
    11 februari 2018
    Cees en Yvonne,
    Wederom een mooi verhaal, als jullie blijven schrijven dan kunnen wij alle belevenissen blijven lezen.
    Fijne reis verder, groet.
    Jan en Diny
  2. Michel:
    11 februari 2018
    Geweldig.. dank je... ik blijf je volgen.. en dit alweer een aantal jaren.
  3. Henk en Hanneke:
    12 februari 2018
    Hoi
    Eindelijk een reactie van ons...Ja gepensioneerd dus weinig tijd(:
    We genieten van jullie reisverslag en prachtige steil van schrijven!
    Zijn jammer genoeg niet weg met camper omdat de broer van Henk geopereerd is. Rusten nu even uit in Neugnadenfeld
  4. Mariska:
    14 februari 2018
    Mooie foto's!!!! ❤️
  5. Mariska:
    15 februari 2018
    Test voor Coby
  6. Coby van Duijn:
    15 februari 2018
    Hai,
    Jullie zijn toch wel voor het geluk geboren he.





















    leven is een groot fee












    Hoi,

    Jullie zijn toch wel voor het geluk geboren. Jullie leven is een groot feest .
    Maar gelijk heb je hoor!!!!!!!!!
    Geniet er van, zolang het kan. groet Coby.


    Maar gelijk heb je , hoor.!!!!