Rondje Iberisch Schiereiland 5

19 februari 2018 - Mértola, Portugal

 Rondje Iberisch Schiereiland deel 5

Vorig verslag zijn we geëindigd in Übrique waar we  Sies en Mieke zouden treffen.

Jammer genoeg is dat door de griep van Mieke niet gelukt. 

Het volgende plan was Conil, een plaatsje aan de Costa Verde een goede honderd kilometer onder Cadiz.

We zijn daar op een van onze eerste Spanje reizen geweest en de stranden daar hebben een onvergetelijke indruk op ons gemaakt. Maar toen Yvonnemarijke s´avonds wat in de Baedeker zat te lezen, zag ze daarin dat er in Cadiz heel groot carnaval wordt gevierd en je weken van te voren al een plaatsje in en  of rond Cadiz moet zoeken. Dat is niet ons ding en omdat het Rosenmontag toch regende besloten we direct van uit Übrique naar Sevilla te rijdende en vandaar verder naar El Rocio. Jammer dat de ontmoeting niet door ging, maar wie weet deze zomer op een andere plaats. In de camper leven we bij de dag en worden de plannen dagelijks gewijzigd.

In Europa en op weg naar het zuiden navigeren we met de TomTom en in het zuiden op de weerkaart.

De weg naar Sevilla via Cadiz, hadden we altijd als een lange saaie weg in onze gedachten maar de rit over Villa Martin en Utrera is veel interessanter en met de nieuwe Sprinter lijkt het ook veel korter. Hoe kan dat?

Tijdens de Siësta kwamen we in Sevilla aan, dat is voor grote steden altijd gunstig , de meeste 

Spanjaarden zitten dan uit te buiken of liggen op een oor en als noordeling schiet je zo door de steden heen.

Na Sevilla nog een kort stukje autoweg richting Huelva en toen weer links af door de pampa’s . Er zijn hier heel veel mooie kleine weggetjes en die zijn ook prima geschikt voor een 4 x 4, maar je mag er nooit in. Ook in Spanje wordt er nu veel meer geregeld als een paar jaar geleden en er zijn veel gebieden afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. We rijden hier langs het Parque Nacional de  Coto de Donana. Een enorm natuurgebied aan de monding van de Guadalquivir. Het omvat het gehele gebied tussen Jerez de la Frontera, Sevilla en El Rocio het is een gebied van ca 50.000 hectaren en wordt door de mens met rust gelaten. Je mag er dan ook alleen onder begeleiding van een jachtopziener in.

Het gevolg is wel dat je van Sevilla tot El Rocio langs een kilometers lang hoog hek rijdt. Als de mensen er niet in mogen dan kunnen natuurlijk de dieren er niet uit. Hier en daar is een ingang met een parkeerterrein en een bemand wachthuisje. Dus even proberen is er niet bij.

In El Rocio het einddoel van de dag, vonden we een mooi plaatsje aan een doodlopende weg tegenover het meer. In dit meer, dat eigenlijk nog bij Donana hoort zitten staan en zwemmen honderden vogels, Flamingo's, ooievaars en vele vele soorten water- en waadvogels. Vooral tegen de avond en bij zonsopgang een fascinerend gezicht, ook voor niet ornithologen.

Verder is El Rocio een stoffig dorpje met een groot plein en een mooie kerk. Normaal is er niet veel te doen er wonen weinig mensen en veel toeristen zijn er ook niet. Behalve een of twee dagen per jaar, met Pinkster komen er honderdduizenden bedevaartgangers uit heel Andalusië. Het is de Romeria del Rocio, waar zo `n tachtig Andalusische broederschappen naar toe komen, te voet en te paard. In het dorp zijn geen verharde wegen of pleinen, alleen zandpaden. Tijdens en ook na de Romeria wordt er veel te paard gedaan. Dit wordt natuurlijk de rest van het jaar voor de toeristen een beetje gecultiveerd, overal zie je dan ook koetsjes en paarden en er worden ook tochten door het Donana park te paard aan geboden. Zelfs zie je hier nog de verder in Spanje bijna uitgestorven ezels en  muilezels.

Na de Siësta hebben we het dorpje nog een paar maal te voet doorkruist, waarbij Yvonnemarijke bij de Flamengo jurken niet weg te slaan was. Maar ja aantrekken kun je zoiets natuurlijk niet in het dagelijks leven.

Tegen de avond nog een wandeling langs het meer gemaakt over een zandpad. Hier kwam ons een ezelwagen tegemoet. De voerman let uit nieuwsgierigheid een beetje te veel op ons en rijdt daar bij door een diepe kuil. Prompt brak het rechter voorwiel van de as en de muilezel sloeg op hol. Paniek, maar door daadkrachtig op treden van de man kreeg hij het geheel weer tot staan. Hoe nu verder zonder wiel. Het werd praktisch op gelost, met behulp van een van de dikke takken die hij geladen had maakte hij er een soort slede van. Zo konden ze toch naar huis. Het is voor ons automobilisten toch een raar gezicht als je voertuig er ineens ongecontroleerd van door gaat. Het is te hopen dat zich dit bij de moderne zelfrijdende auto niet kan herhalen. 

Omdat het het een mooie plaats was hebben de we de volgende dag ook in El Rocio door gebracht, we wilden het per fiets nog even beter verkennen, maar dat viel tegen over de zandpaden is het zelfs met een e- bike met dikke banden slecht fietsen. Maar we hebben wel vastgesteld dat het dorp veel groter is dan het in eerste instantie laat vermoeden.

Maar het rondje roept en dus zijn we woensdag weer een stukje op geschoven richting kust. Hier staan we in Matalascanas diekt aan het strand. Het is een plaats voor campers helemaal aan het einde van het dorp direkt aan het nu bekende park, waar je ook vanhier uit niet in mag. Zelfs het strand wordt bewaakt want toen we met Hillary over het strand richting park liepen werden we vriendelijk maar beslist terug gestuurd.

Hier in Matalascanas hebben we eindelijk de eerste lange strandwandeling op blote voeten kunnen maken, het is een prachtig zandstrand en het was lekker weer. Daar doe je het voor.

s´Middags de fietsen nog even klaar gemaakt en de rest van het dorp langs gefietst, het is een echte Spaanse badplaats in de winter, er is niemand behalve een paar werklieden en een enkele verdwaalde toerist. Gelukkig hebben we hier voor de wintermaanden geen appartement gehuurd. Zoals de enkele Engelsman die hier met zijn ziel onder zijn arm rondloopt.

Aan het eind van het dorp voor bij de vuurtoren is een gebied met fietspaden door de natuur en langs de klippen. Hier hebben we onze accu’s nog even de sporen gegeven door een mooi gebied met prachtige uitzichten op de oceaan.

Er is ook een natuurkundig museum maar dit was natuurlijk in deze tijd van het jaar gesloten.

Van Matalascanas zijn we langs de oceaan richting Huelva gereden niet direkt langs de oceaan, maar door de reusachtige pijnboom bossen waarom de streek hier bekend is. Jammer dat er hele gebieden zijn waar kennelijk de laatste jaren een bosbrand gewoed heeft, het ziet er troosteloos uit.

In Mazagon zijn we weer naar de oceaan gereden, hier in de haven hebben we veertien jaar geleden een week verwaaid gestaan, storm en regen geen televisie en twee honden in een kleine camper. Maar we hebben het overleefd en we vinden het camperen nog steeds leuk. Zoals met veel plaatsjes uit het verleden mag je ook hier niet meer vrij staan. Dat is ook de reden dat ik in het verslag geen plaatsje met coordinaten noem, als je er het volgend jaar komt is alles weer anders. Het blijft dus een opgave voor de actieve camperaar om ieder jaar weer nieuwe plaatsjes te vinden . En als je dat niet wilt dan wordt je gewoon campingcamperaar gemakkelijk en oersaai.

In Monasteris de la Rabadida zijn we naar het Columbus museum gereden, hier hebben we goed kunnen parkeren, het parkeerterrein was helemaal leeg en het museum ook. Of het door de wintertijd of door de Siësta kwam hebben we niet kunnen achterhalen, maar het museum was dicht en de replica´s van de schepen van Columbus kon ik alleen  door de spijlen van het hek zien. We zullen toch een keer een museums tocht in het seizoen moeten gaan maken. Wie weet komt het nog eens zover. We kunnen het later altijd nog eens met een bus reis doen.

In Gibraleon is een officiële camperplaats met dump station en waterkraan. Dus daar zijn we vanaf het museum heengereden, inderdaad een goede plaats, alleen heel onverwacht achter een hek. Dat leek niet zo erg, maar voor de grotere campers een probleem, zo lang er genoeg vrije plaatsen waren konden ze er inrijden. Maar toen s´morgens alle plaatsen vol waren konden ze er niet of heel moeilijk weer uit, we waren weer blij met ons kleine campertje.

De stad hebben we weer helemaal doorgewandeld, een echt Spaans stadje en met, na de siësta, veel leven op straat. We hebben wel een uur op een pleintje gezeten waar ouders voor hun kind een verjaardagsfeestje hadden georganiseerd. Compleet met een enorm springkussen dat midden op het plein werd opgeblazen, niemand maakte er een probleem van, integendeel. De mensen genoten er kennelijk van.

Het camperplaatsje bleek later een groot nadeel te hebben behalve het hek. Er staat een grote hal naast waar of door de fanfare of door de drumband wordt geoefend en af ertoe door beide samen. Van rust is niet veel gekomen , de Spanjaarden beginnen laat en gaan dan lang door en voordat ze allemaal met de herrie auto´s van het parkeerterrein verdwenen zijn is de zon al van plan weer boven de kim te komen. Dus voor ons geen aanrader.

Vanaf Gibraleon zijn we over de 490 richting Portugal gereden, je kunt merken dat je in de buurt van Portugal komt want er staan steeds meer bossen met kurk eiken langs de weg. Het is een vreemd gezicht deze oude bomen waar de bast is afgehaald. Maar het wordt ondanks alle moderne materialen toch nog steeds gewonnen ondanks het vele werk dat er mee verbonden is.

In Pomarao konden we gelukkig over de brug over de Guadiana rivier. Vroeger was hier geen brug en was Pomarao een verslapen dorpje aan het einde van de wereld. Hoe zou het nu zijn? Precies nog net zón verslapen dorpje als voor heen. Voor ons gevoel is er de laatste vijf jaar niets veranderd. We vonden een goed plaatsje aan het einde van het dorp naast een Zweeds echtpaar. Dat bleek echter geen succes, de half naakte Zweed was onophoudelijk aan het telefoneren met Zweden en om dat het hier een slechte verbinding is deed hij dat zo luid dat zijn gesprekspartner het ook zonder telefoon zou kunnen verstaan. En dat alles in het Zweeds . De volgende morgen zijn we een stukje verkopen gaan staan. Het was een aardige man maar Zweeds is niet om aan te horen.

In Pomarao zijn we eerst een stuk gaan fietsen, midden op de dag in de hitte , zoals dat voor Nederlanders hoort. Dan ga je niet zitten slapen.

Eerst omhoog de berg op naar  Formoa. Hier stond vijf jaar geleden een half afgebouwd huis te koop op een prachtig stuk grond . We waren benieuwd wat er mee gebeurd zou zijn. Niets dus! Het stond er nog precies zo bij als vijf jaar geleden en ook in het hele dorpje leek sinds dien niets te zijn gebeurd. Mooi om te weten voor als ooit de wereld lijkt te vergaan. Hier gebeurt het in ieder geval vijf jaar later. Vanaf Formoa ging het verder door de bergen over grindwegen naar Picoitos, bergje op en bergje af, nogmaals leve de e-bikes.

In Picoitos stond vijf jaar geleden het schooltje te koop en jawel het is nog te koop. Zelfs de oude mannetjes op het terras van de plaatselijke kroeg leken nog dezelfde te zijn. Maar dat weet ik niet zeker.

Van Picoitos uit gaat het over het asfalt terug naar Pomarao, maar dat asfalt heeft het in zich, na een kilometers lange daling om je een beetje op te vrolijken gaat het dan een paar kilometer lelijk omhoog, Pomarao ligt achter een berg. Het is zelfs voor de e-bikes een toer, maar we hebben het gered.

De beloning was een lekkere fles cava in het zonnetje buiten voor de camper, dat maakt dat je alle inspanning weer vergeet. En dat in alle stilte, er is van twaalf uur tot in de avond een auto voor bij gekomen, verder hoor je niets dan een verdwaalde specht. Hopelijk is het morgen weer zulk prachtig weer.

De zondag begon weer met mist, maar nu waren we er op voorbereid en wisten we dat het na een uurtje helder zou worden en zo geschiedde.

Je moet natuurlijk wel wat ondernemen als je op zo`n mooie plek staat, in de zon zitten zonder er wat voor gedaan te hebben zo zijn we niet gestrikt.

Dus de fietsen weer uit de garage en nu ging het richting Spanje. De eerste kilometers tamelijk steil omhoog maar dan kun je winst maken en naar beneden suizen. Na een kilometer of zeven is er een afslag van de grote weg, een fietspad naar links en naar rechts. Het is het tracé van de vroegere erts trein . Nu omgetoverd tot fietspad. Tenminste in Spaanse ogen dat wil dus zeggen je hebt er een beetje kracht en wilskracht voor nodig om het te berijden. Weinig helling wil niet zeggen geen helling en fietspad wil hier niet zeggen asfalt. Nee zand en grind en drie procent helling maken het toch tot een uitdaging.

Maar het gaat door een prachtig natuurgebied en we hebben hier meer vogels gezien dan in de eerste vijf weken in Spanje. Ook zitten er heel veel patrijzen, een vogel die bij ons thuis niet of bijna niet meer tegen komt.

Ook wisten we van onze fietstocht in 2012 dat er aan het einde van het fietspad een boerderij is met honderden zwarte varkens die daar quasi in het wild gehouden worden. Daar moesten we ook nog even heen. Groot was de teleurstelling toen we zagen dat er in plaats van zwarte varkens alleen nog maar witte schapen rondliepen en die zie je in Spanje overal. Vanaf de boerderij kun je eigenlijk alleen verder Spanje in en dat was niet de bedoeling. Maar er loopt hier een vers water kanaal vanaf het stuw meer naar verschillende dorpen en daarlangs loopt een weg die voor het toezicht op het kanaal bestemt is voor ons was dat een prima weg al stonden er allemaal bordjes verboden ,we lieten ons er niet van af brengen een bijna vlakke weg te volgen maar het leek natuurlijk mooier dan het was. Het kanaal ging over een aquaduct over de dalen en de weg ging helemaal naar beneden, wij moesten wel mee. Maar we hebben toch van de rit genoten en waren zeer voldaan toen we niet ver van Pomarao op het hoogste punt van de grote weg uit kwamen. van hier uit ging het, appeltje eitje, naar beneden tot aan de camper toe. De snelheid liep op tot 45 kilometer per uur, we kregen het er warm van op onze kleine wieltjes. En toen ik plotseling wat afremde omdat het me te hard ging schoot Hillary bijna uit haar mandje, gelukkig kon het touw waar ze aanvalt zat erger voorkomen. Maar geschrokken waren we wel, tenminste wij, Hillary bleef er heel cool onder. Opwinden doet ze zich alleen over andere honden, als ze zwart en niet al te groot zijn.

Na deze escapade hebben we de rest van de dag voor de camper in het zonnetje door gebracht. Mooi uitzicht op de rivier voor je en een berg tegen de wind achter je. Mooier kan het niet. Maar toch, blijven willen we hier ook niet. Een mens is een wispelturig wezen.

Jammer genoeg kan ik dit verslag niet in het net zetten, want het enige dat in Pomarao ontbreekt is internet. Misschien is daarom de wereld hier nog zo in orde.

Maar maandag trekken we verder en zoeken als eerste een plaatsje met een goede internet verbinding.

Foto’s

2 Reacties

  1. Henk en Hanneke:
    20 februari 2018
    Weer genoten van het verslag en dus jullie reis!
  2. Elli:
    26 februari 2018
    En dan eindelijk ook een reactie van je zusje. Ik heb even gewacht, want nu kan ik je ook hier feliciteren met je verjaardag. Ik lees jullie reisverslag met veel interesse en ik herken sommige delen ervan. Spanje is een prachtig land, waar jullie echt van genieten . Ik wens jullie nog veel mooie reisdagen en voor ons veel leesplezier! Liefs, Elli