Van Chili naar Argentinie deel elf , 08.01 tot 20.01.2013

25 januari 2013 - Cochrane, Chili

Van Chili terug naar Argentinië deel elf, 08.01.2013 tot 20.01.2013

Ja zo staat het dan in de reisgidsen. De mooiste zonsondergang, maar van avond niet en ook de volgende dag niet. Want we hebben besloten nog een dag in Puerto Natales te blijven.
Vanmorgen eerst weer schoon schip gemaakt, dat moet regelmatig gebeuren hoe kleiner de ruimt hoe meer je moet opruimen lijkt het wel.
Daarna een Internet café gezocht om de website bij te werken. Dat viel niet mee. Eindelijk bij Moviestar lukte het, maar jammer genoeg maar een uur lang. Ik heb wel wat foto's in het net kunnen zetten maar de commentaren ontbreken vaak. Het is niet mogelijk om de foto' s door middel van de Ipad te uploaden en ook het veranderen van teksten enzovoort is niet mogelijk. Alleen het opladen van de tekst lukt wel. Dit is de reden dat de bijbehorende foto's vaak veel later komen, we kunnen vaak niet met de laptop in het internet.
De volgende dag hebben we besloten niet naar het natuurpark Torre del Paine te gaan. De weg er naar toe was afgesloten en de Chilenen vragen als entree voor het park zestig dollar, in hun Pesos is dat een bedrag dat in de tienduizenden loopt. Daarbij komen   de overnachtingen in het park nog extra, alles in dollars te betalen.
Daarom zijn we op weg gegaan naar het natuurpark Les Glaciares in Argentine, de Argentijnse tegenhanger van het Chileense Torre del Paine. Het is de andere kant van de bergrug.
We zijn daarvoor over een hele kleine grensovergang, Villa Dorothea, gegaan en waren in tien minuten met de hele procedure klaar een record tot nog toe. Maar voor we zo ver waren hebben we voor de eerste keer nog echte cowboys aan het werk gezien. Er werd een kudde koeien van een paar honderd stuks langs de weg gedreven door cowboys met paarden en honden. Een mooi gezicht!
De eerste stad in Argentinië was Rio Turbio een mijnwerkersstad die de laatste economische malaise nooit te boven is gekomen. Maar in ieder geval konden we er onze Moviestar kaart weer opladen. In Chile waren we zo dom geweest om de roaming niet af te zetten en was de kaart in een ommezien leeg. In plaats dat het internet vijf Argentijnse Pesos per dag kost, kost het zeven dollar per uur en dan is een prepaid kaart snel leeg.
Toen we zo door het stadje reden werden we gezien door een Argentijnse familie die we in Punta Arenas gesproken hadden. Dus stoppen en de weer aan de praat geraakt. Ze stonden hier met pech aan hun auto en wilden ieder ogenblik naar de mechaniker gaan.
We spraken af dat we elkaar s'avonds zouden treffen. Dat mislukte want de auto was heel laat klaar. Toen we de volgende dag verder wilden, liepen we ze in de armen en vertelden ze dat de route die wij wilden nemen voor grote auto's onberijdbaar was. Dat betekende een omweg van bijna honderd kilometer. Hier geldt de wet van de grote getallen. Maar alles beter dan weer een kapotte dit of dat.
Zo gingen we op weg naar Calafate. Bij een uitzichtpunt vlak voor Calafate troffen we hen weer. Daarop volgende weer een uitnodiging, maar ook deze liep mis. Zodoende beginnen we langzaam te geloven dat je met Argentijnen geen afspraken kunt maken.
In Calafate vonden we een prachtig plek aan de boulevard direct aan het  Lago Argentina hier zijn we vier nachten gebleven voor konden besluiten weer verderop te gaan. Lang niet alle plekjes die je vindt om te staan zijn mooi, vaak is het lawaaiig of bij een tankstation. En dan is een plek aan een meer weer een buitenkansje.
Op vrijdag hebben we de gletsjer Perito Moreno bezocht, we waren al vroeg in het  park en als een van de  eersten bij de gletsjer. Dit is een onvergetelijk schouwspel, je staat er voor een ijswand van zestig meter hoog waar enorme brokken ijs afbreken en met oorverdovend geraas in het meer vallen. We waren diep onder de indruk en zijn er uren lang gebleven.
Maar toch moesten we tegen de avond weer het park uit en zijn we weer terug gereden naar Calafate. Zo stonden we op dezelfde plek maar met tweehonderd kilometer meer op de teller. Zoals ik al schreef hier geldt de wet van de grote getallen.
Zaterdags hebben we ons als echte toeristen op de toeristen stroom in Calafate mee laten drijven, het is een echt toeristenoord dat een paar jaar gelden nog maar een handvol inwoners telde en nu ca. twintigduizend en zo te zien zijn ze vast van plan nog enorm te groeien. Het gehele toerisme is hier gebaseerd op het natuurpark  met de Perito Moreno gletsjer, er is zelfs een internationaal vliegveld gebouwd. En door de hoofdstraat gaat een constante stroom bussen. Maar in het park is daar door de enorme grootte niet veel van te merken.
Toen we s' middags weer bij de camper waren kwamen er een paar kanovaarders uit het niets op duiken, door de hoge golven waren ze pas te herkennen toen ze vlak bij land waren.
Het waren Marcello en Pedro een farmer in ruste en een bierbrouwer uit Cordoba, die aan het trainen waren om in de volgende zomer de Rio Santa Cruz van hier tot aan de Atlantische oceaan af te kanoën. 
Marcello nodigde ons uit om de volgende dag bij hem op de boerderij een echte Argentijnse BBQ , Asado , mee te maken en gelijk te zien hoe een  Estancia er uit ziet.
Die uitnodiging namen we natuurlijk graag aan. En we reden er zondag op de afgesproken tijd vol verwachting en met een beetje scepsis, door de uitnodigingen van de andere Argentijnen, heen.
Maar daar bleek geen reden voor, de Estancia Josefina bleek precies op de afgesproken plaats te liggen en het hek was niet op slot. We reden de drie kilometer lange oprijlaan naar de Estancia op, gelukkig was het droog, anders weet ik niet of we er door gekomen zouden zijn. Marcello stond ons al van verre met zijn rode  motorfiets met kleinkind voorop op te wachten.
De hele familie was aanwezig en we werden uitbundig begroet.
Na een uitgebreide Asado hebben ze ons de hele Estancia laten zien, die niet meer in gebruik is. Marcello ,67, heeft hem van zijn opa geërfd en is zelf gepensioneerd en gebruikt de Estancia als zomerresidentie. Maar alles is nog aanwezig zoals het vroeger gebruikt werd met schapen schuren en corrals enzovoort. De totale oppervlakte is 11.000 hectare, hierop kunnen ongeveer vierduizend schapen gehouden worden, maar daarmee is een boerderij hier niet levensvatbaar. Ook hier is de enige mogelijkheid om te overleven schaalvergroting met alle risico's en problemen van dien.
Later hebben we nog in de truck van Marcello een rit over de landerijen en een voettocht naar de hoogste top gemaakt vanwaar je het gehele gebied tot aan de Fitzroy kunt over zien.
Het was iets heel speciaals  om van deze gastvrijheid te kunnen genieten. Maar s'avonds zijn we toch weer naar ons plekje aan het meer terug gereden. Waar we door alle badgasten niet meteen konden staan, maar na een uurtje was het rustig en konden we tot aan het water op schuiven.
Nu werd het echter tijd om verder te trekken, anders loop je tenslotte het gevaar dat je ergens wortel schiet. 
Daarom zijn we maandag, nadat ik me nog even uitgesloofd had door in het meer te zwemmen, naar El Chaltén gereden aan de voet van de Fitzroy en hoewel we hem de vorige dag al goed konden zien was het nog ruim tweehonderd kilometer rijden tot El Chaltén. En verder kun je niet met een normale auto.
Ook dit was weer een prachtige rit, hoewel je kunt merken dat hier in Argentinië de grote vakanties zijn aangebroken. Er zijn heel veel Argentijnen onderweg, die rijden, net als wij, ook alle bezienswaardigheden af. Argentijnen die we onderweg getroffen hebben vertelden dat het voor iedere Argentijn droom is om eenmaal naar Ushuaia te gaan en eenmaal naar de watervallen van Foz de Izugua.
El Chaltén stelt, hoewel het een nieuw dorp is, niet veel voor. Het is een verzameling van bouwsels, hier sinds 1985 uit de grond gestampt zijn, om het toerisme te bevorderen of uit te buiten. Het is hoe je het ziet. Maar het is geen dorp geworden, het is slechts een verzameling gebouwen gebleven. Jammer, want de hele entourage hier vraagt om een in het landschap passend dorp met de daarbij behorende infrastructuur. Volgens de reisgids is er geprobeerd een Zwitsers dorp te imiteren. 
We zijn het dorp door gereden naar de RP 23, een ripioweg waaraan een parkeerplaats moest zijn met uitzicht op de Fitzroy en daar zou je goed kunnen overnachten. We hebben wel een plaats met een prachtig uitzicht op de Fitzroy gevonden en daar ook prachtige foto's gemaakt, maar wilden er niet blijven staan. Het was direct aan de weg en de auto's werpen de stenen hier meters hoog op. En bij het wakker worden een gebroken voorruit te vinden dat is ook geen prettige verrassing. Dus zijn we terug gereden en staan nu bij de plaats waar alle wandelingen beginnen met het vaste voornemen morgen te gaan wandelen. Maar eerst moesten we nog even een ijsje eten in de ijssalon van Marcello's dochter die volgens hem het beste ijs van Patagonie  maakt. Ja, zo zijn vaders nu eenmaal. Maar het ijs was lekker, alleen jammer dat Marcella er niet was.
Op dinsdag een prachtige wandeling door het natuurgebied gemaakt, drie uur op en drie uur af, maar het was de moeite waard en we hebben ervan genoten. Alleen jammer dat Fitzroy in nevel gehuld bleef. Zoals dit acht van de tien dagen het geval is. Er zijn nog een paar wandelingen in het dorp te maken en die willen we na het succes van gister ook nog afwerken.
De eerste was de Chorrillo del Salto een waterval. De eerste drie kilometer over een ripio met de auto. Op de parkeerplaats aangekomen bleek het nog maar 500 meter wandelen te zijn. Een eitje dus, nauwelijks de moeite waard om je schoenen aan te trekken. Er blijven staan was geen optie, er kwamen voortdurend bussen en auto' s van mensen die even naar de waterval sloften.
Terug naar het dorp waar aan de andere zijde een Parkeerplaats voor campers is. Ondertussen was de ripio geschoven en kregen we nog een dikke kei tussen de dubbellucht wielen achter. Maar we hebben het op tijd gemerkt, anders is de kans groot dat de banden helemaal kapot gereden worden.
Bij de volgende parkeerplaats aangekomen zagen we aan de overkant van de weg Patrick de Fransman van de Grande Buenos Aires, QuadQuad, staan. Hier werd meteen informatie uit gewisseld en we werden uitgenodigd voor een Frans aperitief, om twaalf uur. De Fransen hebben toch een andere dagindeling dan wij.
Jammer genoeg mochten we op de dagcamping niet blijven staan en moesten we op het asfaltparkeerterrein overnachten. Dit was de eerste keer dat er in Zuidamerika iets over onze overnachtingsplek gezegd werd. Tot nog toe is de politie er steeds met opgestokenum duim langs gereden, een teken dat het in orde is.
We zijn verder de hele week, tot vrijdag in El Chaltén gebleven en hebben alle bergwandelingen gemaakt. Vooral die van vrijdag, naar " Loma del Pliegue Tumbado" had het in zich. De heenweg was ongeveer vier uur klimmen met een hoogte verschil van bijna achthonderd meter. Het was de moeite waard, maar toen we weer in de camper waren besloten we de volgende morgen niet te gaan  klimmen maar gewoon weer een stukje verder te rijden. 
Het is niet alleen het "wandern" dat het hier een beetje moeilijk maakt, maar er is in het hele dorp geen telefoonnet en ook geen Wifi te vinden. Ook al staat er bij de eetgelegenheden dat er Wifi is, je krijgt er geen verbinding en daar zit je dan achter een liter bier en weet niet wat je er mee moet.
En voor een beetje contact met de achterban is het toch belangrijk dat we af en toe even kunnen  mailen. Al was het maar om te verhinderen dat oma in haar op winding de FBI opbelt om ons te zoeken.
Zo reden we zaterdagmorgen welgemoed verder, tot Tres Lago geen probleem we konden er zelfs na enige moeite onze mails checken, prima asfaltweg met mooi uitzicht en weinig verkeer.
In Tres Lago hebben we getankt omdat er de volgende 500 kilometer geen tankstation zou zijn. 
Hier mochten we maar voor 200 Pesos tanken, ongeveer 40 Liter maar we hadden daarmee de tank weer vol.
Bij de uitrit van het tankstation begon de grindweg (ripio) en die begeleidt ons de volgende vierhonderd kilometer. Erg is dit niet maar het drukt het tempo geweldig een snelheid van vijfendertig kilometer per uur was hier al hoog. Na een goede zeventig kilometer hadden we er dan ook genoeg van. Er is hier niet veel gelegenheid om vríj te staan, dus reden we bij een Estancia naar binnen. Deze geven vaak aan dat je er kunt overnachten en vaak ook eten. In dit geval was het Ea. La Siberia, het leek niet veel, maar we vonden er een prachtige plek tussen twee heuvels.
Het weer was zo mooi dat  tot half elf buiten hebben gezeten, alleen in short. En geen vliegen of muggen. De "asado" die we er gegeten hebben was iets minder, maar misschien hebben we daar wel te hoog gespannen verwachtingen over. Iedere keer denken wij dat we bij een Asado een sappige Argentijnse biefstuk krijgen, maar het worden dan gegrilde ribben. Maar volgende keer beter.
Op zondag ging het verder over de ripio maar weer na zeventig kilometer hadden we er genoeg van. Zo duurt het natuurlijk een hele week voor we weer op het asfalt komen.
We reden bij Ea.la Angostura binnen. Het was een heel eind van de weg over een pad. Maar toen we er waren was het de moeite waard. Toen we een ontdekkingswandeling over de Estancia maakten bleek dat Seabridge hier  met de Panamericanatour in 2009 en 2011 ook geweest is. En  ook de Edelweissbikers en Rolotel met de,slaapbus. Het is hier ook heel erg mooi. De Estancia ligt in een rivier dal en is daarom veel groener dan de rest van de omgeving en het is nog een echte boerderij met vierduizend schapen en vierhonderd koeien. We staan hier te midden van loslopende schapen, kippen en paarden en  hebben de hele middag van het  landschap genoten. Voor ons is het natuurlijk ondenkbaar dat de volgende buurman minstens dertig kilometer weg woont maar hier in Patagonie met Estancias van 20.000 hectare en meer is dat heel normaal.
Trouwens wat is juist, zijn de wegen hier zo slecht om dat het land zo groot is, of lijkt het land zo groot omdat de wegen zo slecht zijn.
Ik denk het eerste want de beroemde Ruta 40 is tot aan de grens van Bolivia ruim 4300 kilometer en dat allemaal in één land, Argentinie.

 

 

 

  

 

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Lisette:
    25 januari 2013
    Oooh, die gletsjer lijkt me geweldig, fijn, dat jullie nu eindelijk het verwachte lekkere weer hebben, we denken heel vaak aan jullie als wij door de sneeuw en kou lopen....
  2. Sofia Cepernic:
    29 januari 2013
    Hallo Cees en Yvonnemarijke,
    Ik ben de kleindochter van Marcelo en Ana, (ook dochter van Valeria, zus van Mateo en Tatiana en nicht van Marcela). Zoals ze jullie verteld hebben, ik ben in Nederland gewoond dus ik kan Nederlands spreken. Jammer dat ik die dag in El Chalten was dus ik kon niet jullie kennen.
    Ik heb net deze tekst aan mijn ouders vertaald en we vonden heel erg leuk het stuk waar jullie over Estancia Josefina praten. Ze bedanken hoe jullie beschrijven het bezoek aan de boerderij.
    Suces verder met jullie reis in Zuid-Amerika.
    Groeten vanuit Rio Gallegos.