Chili,Argentinië, deel 17 van 10.03 tm 19.03.2013

19 maart 2013 - Pichilemu, Chili

Chili, Argentinië, deel 17 van 10.3 tm. 19.03.2013

De reis met Alexander.

Waren we gister nog van plan verder te gaan, richting Santiago, vandaag lukte het niet. Nadat we weer een wandeling over het strand gemaakt hadden en onze tijd verdaan met in het zand zitten en luieren, was de moed er uit en besloten we in Pichilemu te blijven. Zo konden we de hele middag gebruiken om naar de surfers, kanoërs en andere watersporters te kijken en natuurlijk naar de mensen die zich op alle mogelijke manieren op het strand vermaken. 
De volgende dag zijn we bijtijds op gestaan, om in een keer naar Santiago te rijden, het is zondag dus nog rustiger op de weg dan anders. 
Maar we moeten er ook komen, want morgen om acht uur komt Alexander aan. Het is voor ons heel ongewoon om na zes maanden "dolce vita" zonder enkele tijdsdruk, weer een afspraak na te moeten komen. Maar het is een grote gebeurtenis en dan doen het graag.
Eerst nog even water en olie gecontroleerd, en het luchtfilter uit geblazen, dat was wel nodig na de ripio van de laatste dagen. Ik denk dat het van levensbelang voor de motor is om dit regelmatig te doen.  
We zijn die dag ook goed opgeschoten en door de landbouwstreek van Chili gereden met enorme wijngaarden en aardbeienvelden. Het is hier in Chili iedere keer weer een opvallend verschil tussen de boer met de os en de geheel gemechaniseerde landbouw. Onderweg hebben we nog de aardbeien geprobeerd en vast gesteld dat de hier op grote schaal gekweekte aardbeien nog naar aardbeien ruiken en ook zo smaken, het gaat hier niet om prachtig grote maar waterige producten zoals er vaak in Europa worden aangeboden. In Melipilla hadden we nog een klein probleempje met het vinden van de weg, er zijn hier in de steden nauwelijks richtingsborden en de kaart is er ook niet duidelijk over. Wat zijn we toch aan TomTom en Co. gewend geraakt.
In Maria Pinto hebben we overnacht, een plaatsje met een Wifi plein, waarop jongetjes zaten te internetten, dachten wij. Maar dat was niet zo want toen we ons geïnstalleerd hadden om de foto's in reislogger te laden, moesten we vaststellen dat er wel verbinding onderling gemaakt kon worden maar niet met het internet. Zodoende waren we weer een ervaring rijker en de lezers van ons reisverhaal moesten nog langer op de foto's wachten. Het in het net zetten van de tekst is geen probleem, dat lukt prima met IPad en stickie maar voor de foto's hebben we de laptop met Wifi nodig.
De volgende morgen om half negen stonden we op het vliegveld in Santiago waar inmiddels Alexander al geland was. Vliegtuigen hebben kennelijk alleen vertraging als je er zelf op staat te wachten, maar niet als je iets aan de late kant bent om iemand af te halen.
Na zes maanden was de vreugde over het weerzien natuurlijk heel groot, maar we konden er niet lang over nadenken, want we stonden midden op straat en moesten verder. Parkeren met een camper bij een vliegveld is bijna onmogelijk. Dat hebben we al vaker ondervonden.
We wilden direct richting Mendoza in Argentinië door starten, maar eerst heeft onze nieuwe navigator ons heel Santiago nog laten zien. Hij was kennelijk nog niet vertrouwd met het feit dat er hier maar zelden een richtingsbord te vinden is. Uiteindelijk is het gelukt en kwamen we op de autoweg naar Los Andes terecht. Bij het einde van de autoweg is ons een heel groot parkeerterrein opgevallen waar honderden vrachtauto's stonden. Niets vermoedend reden we verder. Tot we bij Guardia Vieja moesten vaststellen dat de weg in onze rijrichting afgesloten was. We waren niet de enigen en moesten tot s'avonds acht uur wachten tot we verder konden. Het was trouwens een gezellige middag en als echte Nederlanders hebben we de op stoeltjes voor de auto gezeten en als echte bermtoeristen afgewacht wat er komen ging.
Om acht uur kwam er een politieauto die voorhoede van de inmiddels honderden meters lange colonne vormde en zo vertrokken we richting Argentinië. Het tempo lag in het begin niet hoog en na een half uurtje was er weer een opstopping, een ongeluk, dus een file in de file. Ook dit werd opgelost en we konden door. Wij reden tamelijk voor aan en het tempo werd steeds verder opgevoerd. Op het laatst  reden we zo snel we konden de berg op. De pas ligt hier op 3865 m en voor de pas bereikt wordt, moet je door ontelbare haarspeldbochten. Het was een spookachtig gezicht een file van inmiddels kilometers lang in het stikdonker achter je aan te zien rijden.
Boven op de pas is daar de douane en hier kwamen na uren van rust in een keer honderden auto's tegelijk aan. Het is niet moeilijk om je voor te stellen wat er voor een chaos ontstond.
Maar om een uur s'nachts waren we in Argentinië, eerst wilden we direct bij de douane overnachten. Maar dacht ik, al in pyjama, wat gebeurt er als morgen de weg weer wordt af gesloten dan zijn we hier op de berg opgesloten.
Dus toch nog een paar kilometer verder gereden en op een geheel leeg parkeerterrein gaan staan, lekker rustig meenden we. Maar dat was buiten de waard, in de vorm van honderden vrachtauto's, gerekend. Die kwamen in de nacht allemaal over de pas, het was een komen en gaan de hele nacht door. 
Voor Alexander was het niet zo erg, want de eerste nacht in de camper slaap je toch nooit zo goed. Maar voor ons was het geen pretje.
De volgende dag merkten we, toen we verder reden dat de weg kennelijk weer was afgesloten. We werden door geen enkele vrachtauto achterop gereden en konden zo op ons gemak van de pasweg naar beneden genieten. Die gaat hier door een prachtig weids dal met aan beide zijden bergen van meer dan 6000 meter hoog, heel indrukwekkend en al hadden we de vorige dag de pas gemist, dit was toch wel heel erg mooi. Nadat we in Uspallata ons internet kaartje hadden opgeladen en een van de heerlijke Pollo's ,kip, hadden gegeten, zijn we in Petrerillos gestopt. Hier vonden we een plekje direct aan een prachtig meer. Hier bleek ook dat Alexander dieren aantrekt als een magneet, binnen een half uur stonden er vijf honden en een paard bij de camper te bedelen. Kennelijk allemaal daklozen.
We hebben het dorpje en een deel van het stuwmeer te voet verkend en later in de avond van het prachtige uitzicht over het meer en op de bergen genoten. Het is goed om Alexander weer te zien en voor langere tijd bij ons te hebben. 
Maar daar de afgesloten pas een weg terug bemoeilijkt en we niet het gevaar wilden lopen dat Alexander bij de terug reis het vliegtuig niet op tijd zou halen, besloten we de route te verleggen. En in plaats van een rondje Mendoza te maken, over de volgende grens overgang in het zuiden terug te gaan. We gaan nu via Po Maule o. Pehuenche ongeveer 600 kilometer naar het zuiden weer naar Chili.
De volgende morgen was het weer volledig veranderd, het was bewolkt en koud. Dus zijn we, nadat het paard was gevoerd, weer verder gereden. Natuurlijk niet over de grote weg, Alexander moest ook weten wat ripio is. Dus zijn we vanaf Las Vegas, ja ook dat vind je in Zuid Amerika, over een ripio met steile haarspeld bochten vanaf ongeveer 1000 meter naar een hoogvlakte op 2500 meter geklommen. Een prachtige weg in een heel bijzonder landschap. Van de hoogvlakte ging het geleidelijk naar beneden tot ongeveer 1000 meter en hier begint Argentijnse wijnbouw gebied. Wijngaarden zover het oog reikt. Dit moet het warmste en droogste gebied van Argentinië zijn, bijzonder geschikt voor het verbouwen van wijn. Maar niet vandaag, het begon er te regenen en dat heeft het tot de avond gedaan. Zodoende zijn we er niet lang gebleven en hebben in ieder geval hier niets van de Argentijnse  wijn kunnen proeven. In het volgende stadje Tunuyan, hebben we geprobeerd een nano-chip voor een IPhone te kopen. Dat was natuurlijk vergeefse moeite, hier wordt een micro-chip al bijzonder gevonden. Dus ik moet nog even wachten voor ik de "vreugden" van het gebruik van een IPhone aan den lijve kan ondervinden. Het is ons trouwens later in Chili ook niet gelukt en we hebben het dan ook opgegeven.
Inmiddels was het tijd om een plaatsje te zoeken,  maar zoals zo vaak in tuinbouwgebieden was het ook hier heel moeilijk. Dit komt omdat in zulke gebieden ieder stukje grond wordt benut en er overal hekken staan.
Maar in La Consulta lukte het in een doodlopende straat. Hier hebben we nog lang zitten praten, maar toen we eindelijk besloten naar bed te gaan en we de pyjama al aan hadden, kwam de Seguridad met blauwlicht langs en klopte op de deur. Voor de eerste keer in vijf maanden. Maar in ons beste Spaans hebben we ze vriendelijk te woord gestaan, met als resultaat dat we mochten blijven. We deden immers niets verkeerd. Wel hebben ze de naam op geschreven, maar die konden ze natuurlijk niet uitspreken en vriendelijk lachend en zwaaiend vertrokken ze naar de volgende misdadigers. Kennelijk heeft een van de buurtbewoners het niet vertrouwd en de Seguridad gewaarschuwd.
De volgende dag waren we eigenlijk van plan de oude "Ruta 40" te nemen, de weg die van noord naar zuid door Argentinië loopt en met ongeveer 4300 kilometer de langste weg ter wereld heet te zijn. Langer dan de bekende Route 66 in Noord Amerika.
Maar door het slechte weer en de mist besloten we het asfalt via San Rafael te nemen, weliswaar een behoorlijke omweg in kilometers, maar beslist niet in tijd. En zo vonden we 370 kilometer verder in Bardas Blanco een goede plaats in een droge rivierbedding. Ver van de straat en ,naar wij dachten, van andere mensen verwijderd. Totdat er een paar Vaqueros kwamen met een kudde paarden van ongeveer hondérd stuks die ze in een omheind stuk vlak bij ons dreven. Een heel mooi gezicht hoe twee man te paard zo'n kudde dirigeren. Dit zijn de suikerklontjes in de reispap. (Nee Elli niet rijste)
En of het door Alexander komt, of dat het gewoon geluk is, we weten het niet, maar toen we de volgende dag weer op weg waren naar Chile, kwamen we een paar Vaqueros tegen die een kudde van honderden geiten langs de weg dreven. Ook dit hadden we nog niet eerder gezien, wat moet je ook met zoveel geiten. Maar het was een imposant gebeuren, maar twee man en een aantal honden en ze trokken keurig aan ons voor bij zonder dat er een uit de rij danste. Een kudde van zeker een halve kilometer lang.
Zo kwamen we met stoppen en stilstaan bij de  Argentijnse douane, ongeveer twintig kilometer voor de grens. De weg waarvan we van tevoren hadden gevreesd dat het een ripio was bleek te worden omgebouwd tot een grote brede asfaltweg. Waarom werd ons pas duidelijk in Chili, hier was de weg al klaar en daar konden de Argentijnen kennelijk niet bij achter blijven. Alleen verkeer is er hier bijna helemaal niet, de auto's die je hier tegen komt kun je op een hand tellen en dat is niet overdreven. Maar misschien wordt het nog eens anders, we zullen het niet weten.
De douane had zich aan de verkeersdrukte aangepast en was nauwelijks aanwezig. We waren er in een vloek en een zucht door heen. Dat gaf ons hoop voor Chili.
Nadat we zestig kilometer verder hadden gereden kwamen we bij de Chileense douane en hoe makkelijk het bij de een was, zo moeilijk ging het bij de ander. De douane en politie officieren gingen nog, al was het niet van harte. Maar de agrarische officieren waren een drama. Nadat we drie keer de aangifte formulieren moesten over schrijven gingen er twee mee naar de camper. Binnen werd werkelijk ieder kastje open gedaan en doorwoeld.
Buiten moest ik aan de linker kant de kleppen opgedoken en iedere tas en doos werd bekeken en geopend, zelfs de gril en de Makita boormachine werden argwanend bekeken. Maar toen ze binnen paar gedroogde bladeren hadden gevonden, was het goed en konden we doorrijden. De garage en de klep aan de rechterkant konden dicht blijven, die hadden ze waarschijnlijk niet gezien. Als we de garage hadden moeten uitpakken, hadden ze overuren moeten maken en zover gaat de liefde voor het vaderland kennelijk ook weer niet.
We waren door een poort met volgens de bijbehorende soldaat een hoogte van vier meter bij het douanekantoor binnen gereden, maar we hadden slechts krap vijf centimeter speling bij de airco. Gelukkig hoefden we niet terug maar konden over een houten brugje met een breedte van goed twee meter vijftig,na een goed uur, onze weg vervolgen.
Maar het overnachtingsplaatsje in La Mina deed ons de ergernis over deze chicane snel vergeten. En het weer speelde ook hier weer mee, want hoewel de dag vaak met regen en mist begint is het tegen de avond weer mooi.
Zo  zijn we de volgende dag eerst direct naar Talca door gereden. Hier moesten we foerageren, het was niet eenvoudig om te parkeren, maar we vonden een plaats bij een grote winkel waar we het aller nodigste konden kopen. Nadat we gegeten hadden zijn we nog even de stad in gelopen, en daar vonden we toch een luxe passage met een enorme supermarkt, nog nooit gezien in Chile en in een keer werden al onze opmerkingen over moeilijk inkopen in Chili gelogenstraft. Daar sta je dan!
Maar we hebben het uitgebuit en gekocht wat ons aan lekkernijen allang heeft ontbroken. Zo gesterkt zijn we verder gereden  tot Curepta waar we weer hebben overnacht. Dit stadje is ook door de aardbeving van 2010 heel erg getroffen en er is nog niet veel herbouwd. De ergste rommel is opgeruimd en er worden loze gevels in stijl van het oude dorpje gebouwd waarachter eenvoudige huisjes schuilgaan. Een triest gezicht.
De volgende dag hebben we eerst geprobeerd op het dorpsplein de Wifi te benutten om onze Ipads te synchroniseren, dat lukte maar gedeeltelijk. Het is noodzakelijk omdat een van de Ipads bezig is de pijp aan Maarten te geven na anderhalf jaar gebruik.
Na het IT uurtje zijn we door gereden tot aan de kust, Llona voorbij tot het einde van de  weg, waar we op een parkeerterrein direct aan het strand staan en ons net als de Chilenen aan de strandgeneugten kunnen overgeven. Maar warm is het er niet. En later in de nacht bleek de oceaan ook veel lawaai te maken, maar verder een daaldersplekje.
Na een voor Alexander tamelijk doorwaakte nacht, zijn we terug gereden naar Duao waar de vissersboten aan land komen. Het is fascinerend hoe dit gebeurt, volgas op de golven afvaren en dan zo het strand op. Waar ze dan door een trekker of een ossenspan verder gesleept worden.
Vanuit Duao moesten we een stukje terug naar de ripio waar we vorige week ook over gereden zijn. Naar mijn gevoel was het nog slechter geworden en de stukken  los zand waren ook langer. Maar we zijn er goed doorheen gekomen. Maar bij regen zou ik het niet hebben gedaan. 
Via de zoutwinningen zijn we door gereden tot Pichilemu waar we op het zelfde plaatsje staan als vorige week, een goed plekje.
s'Avonds hebben we geprobeerd in het hostel van Martin Janssen, een kennis van Cobi, eindelijk de IPad te redden, maar het heeft niet mogen baten. Hij begint nu zelf internetpagina's open en dicht te doen en onleesbare teksten te schrijven. Wie er verstand van heeft mag zeggen wat er aan de hand is. Ik gebruik nu de IPad van Yvonnemarijke en als dat niet meer gaat zien we verder.
Vanmorgen besloten we tot morgen, woensdag, in Pichilemu te blijven en van hieruit in een keer naar het vliegveld bij Santiago te rijden om Alexander weer weg te brengen.
Het was een fijne tijd en we hebben een mooie rondreis van ongeveer 1550 kilometer gemaakt.
Ik geloof dat hij een goede indruk, althans van dit gedeelte van Zuid Amerika, heeft gekregen. We verheugen ons al op de volgende nakomeling die ons komt bezoeken.

 

 

 

Foto’s

5 Reacties

  1. Lisette:
    20 maart 2013
    Hebben jullie de iPad aan Alexander mee gegeven?
    Wat heerlijk een weekje mee te reizen, ik moest meteen aan mijn weekje in Spanje met jullie denken. Ook al was het geen chile, daar heb ik al van genoten!
  2. Alexander:
    21 maart 2013
    Leuk verhaal - en ik was erbij! Dank jullie wel voor de mooie tijd! Groeten uit Atlanta!
  3. Korsius:
    21 maart 2013
    Tsjonge, wat een belevenissen.
    Jullie kunnen het straks wel in boekvorm uitgeven.
    Fijn dat jullie het met Alexander ook zo konden delen.

    groeten Andries en Rimmy
  4. Lambertus:
    26 maart 2013
    Wir wünschen Euch ein frohes Osterfest und weiterhin eine gute Reise!
    D+L aus Ratingen
  5. Hermine:
    7 april 2013
    Wat leuk dat Alexander bij jullie was, wat zullen jullie genoten hebben.
    Groeten Hermine.